Examenvoorbereiding 6V: bespreking examen 2024 1

Examenvoorbereiding 6V: bespreking examen 2024 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 41 min

Items in this lesson

Examenvoorbereiding 6V: bespreking examen 2024 1

Slide 1 - Slide

Deze les gaan we een aantal vragen samen analyseren. 
Daarna ga je de antwoorden van je buurman-vrouw nakijken. 
LET OP: als er niet staat wat er moet staan, is het fout!

Slide 2 - Slide

Eerste indruk
Kijk naar je antwoorden:
  • Ziet het er verzorgd uit of zie je een hoop gekras?
  • Is je handschrift leesbaar?
  • Sla je een regel over tussen de antwoorden?
  • Beginnen je zinnen met een hoofdletter?

Slide 3 - Slide

Stap 1
Oriëntatie op de tekst
-vragen(onderstreep!)
-Titel
-Eerste alinea/slot
-Kernzinnen(onderstreep!)
-Auteurs


Slide 4 - Slide

Stap 2
Precies lezen
-Lees de tekst helemaal.
-Onderstreep wat belangrijk is.
                   - kernzinnen (heb je bij stap 1 ook al gedaan)
                   - woorden die samenhangen met de deelonderwerpen
                   - signaalwoorden
                   - namen van mensen die worden geciteerd
                   - opvallend taalgebruik (denk dus aan beeldspraak)
                   - vragen op basis van je oriëntatieronde (standpunt?)

Slide 5 - Slide

Stap 3
Vragen beantwoorden & lezen
-Lees de vraag.
-Ga naar het relevante tekstgedeelte.
-Lees het tekstfragment met de vraag in je gedachten.
-Blijf bij het formuleren van het antwoord dichtbij de tekst.

Slide 6 - Slide

Vraag 1
- ontrafelen = helder krijgen = uitleggen  
alinea 5: hier stopt deel 2
alinea 6: pulp (en dat is niet hetzelfde als lectuur, lectuur is prima, pulp is niet best)
alinea 7: schadelijkheid verhalen

Goed antwoord (1):
alinea 6 of
alinea 7

Slide 7 - Slide

Vraag 2


Let op het woord waarschijnlijk. ->  Wat is het logische, beste antwoord?
 
A: 'geheel los van' -> sterk uitgedrukt. Natuurlijk staat de lezer niet los van de ontlezing. Bovendien: het staat niet in de tekst
B: Verergeren? Nee, staat ook niet in de tekst
C: Lezers en verhalen zijn twee verschillende zaken, die kun je prima scheiden
D: Ook andere zaken doen ertoe. Denk bijvoorbeeld aan de promotie van jeugdliteratuur, aan het vervangen van de term fictie door jeugdliteratuur in het curriculum.

Slide 8 - Slide

Vraag 3

2 punten - Je antwoord moet dus uit twee elementen bestaan. 

Standpunt staat in de vraag

Terug naar alinea 5! 
Redenering
Vergelijking 
Conclusie = standpunt

Je zult hier erg goed moeten lezen en duidelijk moeten formuleren.









Slide 9 - Slide

Vraag 3
Bijvoorbeeld: kinderen krijgen helemaal geen hulp van leraren of opvoeders. De kinderen volgen de campagne van de overheid, die wordt betaald met overheidsgeld. 

0 punten - Te algemeen en niet nauwkeurig genoeg. Waar krijgen de kinderen geen hulp bij?

De Bijvoorbeeld: Nederlandse overheid zal haar eigen cultuuronderwijs serieuzer moeten nemen. De shortlist zou moeten worden opgesteld door specialisten die kwalitatieve jeugdliteratuur kiezen, in plaats van door de jeugd, die zelf boeken kiest zonder voorselectie of instructie door leraren of opvoeders. 

2 punten

Slide 10 - Slide

Vraag 4


2p - Je antwoord moet weer uit twee elementen moeten bestaan.
Citaat - regel 55-57
"Verderop in tekst 1" - zoekend lezen -> Wat moeten we/de overheid doen om het eigen cultuuronderwijs serieuzer te nemen? 
Alinea 11: promotie van echte jeugdliteratuur
Alinea 13: stel kwaliteitseisen aan hetgeen dat gelezen wordt op school + fictie vervangen door jeugdliteratuur
Alinea 14: shortlist laten opstellen door specialisten



Slide 11 - Slide

Vraag 4
-Streepje 1 moet een financieel element bevatten. Zie eerste zin alinea 11. Alleen het noemen van 'promoten' volstaat niet.
-Streepje 2: kwaliteit
-Streepje 3: deskundigen 

Slide 12 - Slide

Vraag 5




Belangrijk is dat de twee kenmerken toepasbaar zijn op zowel fastfood als boeken. 

Wat wordt er gezegd over voedsel?
titel -> fastfood -> schadelijk
alinea 5 -> lekker, maar ongezond eten
Wat wordt er gezegd over de boeken op de shortlist?
alinea 7 -> jagen van kick naar kick, inhoudelijk armoedig, zelfs schadelijk

Slide 13 - Slide

Vraag 5

Slide 14 - Slide

Vraag 6








-Zinsgedeelte = geen hele zin
-Vraag is parafrase van zin 2 uit alinea 7
-Wij citeren uit alinea 8

Slide 15 - Slide

Vraag 6
-Citeren moet volgens bepaalde regels!
-Volledigheid doet ertoe!
-Steevast & altijd -> deze elementen benadrukken het systematische karakter dat hoort bij seksisme en racisme. 
-Je leert hiervan dat je niet te veel
en niet te weinig moet citeren.

Slide 16 - Slide

Vraag 7


Wat is een mooie lezer? Kijk hiervoor in alinea 10-12. = eerste regel van alinea 10. 'Zulke lelijke teksten' verwijst naar boeken in de stijl van Wallis de Vries. 
Alinea 10: literaire competenties - jonge lezers hebben deze nog niet, mooie lezers blijkbaar wel.
Alinea 11: "Verhalen kunnen je leren hoe je leren hoe je betekenis kunt geven aan de wereld. Hoe je gevoelens, relaties, maar om maatschappelijk verhoudingen kunt begrijpen en hoe je er taal voor kunt vinden. Ze bieden de sleutel tot een volwassen, ethische houding - Blijkbaar is dit wat een mooie lezer doet met mooie verhalen.
Alinea 12: Jeugdliteratuur - toelichting op wat het biedt

Slide 17 - Slide

Vraag 7









Geen punt waard, waarom niet?
Een goede lezer is in staat zijn persoonlijkheid te vormen en zijn opvattingen te toetsen tijdens het lezen van boeken.

Slide 18 - Slide

Wat weet je nu?
  • Je antwoord moet volledig, nauwkeurig en expliciet zijn. Maak je redenatie af. 

  • Je antwoord moet echt overeenkomen met het antwoordmodel. Om dit te bereiken blijf je dichtbij de tekst. 


 

Slide 19 - Slide

Vraag 8


-Je moet echt een hele zin citeren. - uit alinea 7- 10
-Verkort citeren mag: "Literatuur draagt... aan burgerschap." r. 151-152)
-Empathisch en seksistisch/racistisch -> tegenpolen 


Slide 20 - Slide

Vraag 9
“Dat in het Nederlandse onderwijs op de basisschool en in het voortgezet onderwijs het lezen van onze internationaal geprezen jeugdliteratuur, denk aan Anna Woltz, Simon van der Geest, Martha Heesen of Bart Moeyaert, niet verplicht is (…)” (regels 153-160) 

Slide 21 - Slide

Waarom wordt in citaat benadrukt dat onze jeugdliteratuur internationaal geprezen wordt, gelet op de strekking van tekst 1?
Omdat deze internationale waardering:
A
duidelijk maakt dat er in het buitenland weinig begrip is voor het gebrek aan kwaliteitseisen in het NLse literatuuronderwijs
B
het des te schrijnender maakt dat onze kwalitatief goede jeugdliteratuur nauwelijks door onze jongeren hoeft te worden gelezen.
C
nogmaals onderstreept hoe schadelijk het voor Nederlandse jongeren is dat er geen kwaliteitseisen aan jeugdliteratuur worden gesteld.
D
tot nu toe klaarblijkelijk niet heeft geleid tot een noodzakelijke aanscherping van eisen in het Nederlandse literatuuronderwijs.

Slide 22 - Quiz

Vraag 10
Welke uitspraak geeft de hoofdgedachte van tekst 1 het beste weer?
A
Door belevend en herkennend lezen in leesbevorderingsinitiatieven te bevorderen, werkt de overheid seksistisch en racistisch denken in de hand.
B
Door de literaire competenties van leerlingen te verwaarlozen, negeert de overheid waardevolle adviezen van echte deskundigen.
C
Door leesmotivatie prioriteit te geven in het onderwijs, veronachtzaamd de overheid de serieuze jeugdliteratuur in Nederland.
D
Door leesplezier in leesbevorderingsinitiatieven centraal te stellen, frustreert de overheid de literaire ontwikkeling van scholieren.

Slide 23 - Quiz

Vraag 11 (2 punten)
Antwoord
40 woorden (beoordelen op taal en spelling)
De kern van een goed antwoord is:
• Deze boeken / De boeken van de Jonge Jury zijn de enige/voornaamste waarnaar veel (jonge) lezers zullen grijpen. /vormen voor veel (jonge) lezers de (enige) motivatie tot lezen. / zijn voor veel (jonge) lezers de eerste toegang tot iets moois. 1
• Een (bepaalde) groep boeken/auteurs/lezers mag nooit worden afgewezen. / Boeken/Auteurs/Lezers mogen niet categoraal worden afgewezen. 1
 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link