2.8 aardverschuivingen en lawines

2.8 aardverschuivingen en lawines
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.8 aardverschuivingen en lawines

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de winter een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen

Slide 4 - Quiz

Wat is een aardverschuiving?
A
Trilling of schokkende beweging van de grond
B
Schudden van de aarde door een verschuiving van stukken aardkorts
C
Als plotseling een grote hoeveelheid grond naar beneden glijdt
D
Een hevige storm

Slide 5 - Quiz

Waardoor kunnen aardverschuivingen ontstaan?
A
De druk van een skiër
B
Te weinig regen
C
Vulkaanuitbarsting
D
Tsunami

Slide 6 - Quiz

Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de zomer een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen

Slide 7 - Quiz

Aardbevingen kunnen aardverschuivingen veroorzaken.
A
Klopt
B
Welnee

Slide 8 - Quiz

Welk woord hoort bij welk plaatje?

Sleep de woorden naar het juiste plaatje.
Oefen met de moeilijke woorden!
de ontbossing
de aardbeving
de lawine

Slide 9 - Drag question

bij welke helling is er gevaar op een lawine?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Waarom veroorzaken ze expres zelf lawines?
A
omdat het leuk is om met explosieven te werken
B
om mensen te laten zien hoe een lawine eruit ziet.
C
om extra sneeuw op de juiste plekken te krijgen
D
dan weten ze zeker dat daar het gevaar weg is

Slide 11 - Quiz

Wat is een oplossing voor zowel aardverschuivingen als lawines?
A
Berghellingen laten ontploffen
B
Herbebossing
C
Meer huizen bouwen
D
Sneeuwschep

Slide 12 - Quiz

test jezelf 2.8
leerdoel A onvoldoende?  opdr. 1t/m 3
B: opdracht 4 t/m 6
C: opdr. 7 tm 8

Alles voldoende? Leren voor volgende week

Slide 13 - Slide