Periode 5 - Les 4 - Quiz Stomazorg

Les 4 - Quiz Stomazorg
31 vragen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Les 4 - Quiz Stomazorg
31 vragen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stoma
13 vragen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Stomatitis is
A
mondslijmvlies ontsteking
B
slecht ruikende adem
C
ontsteking aan een stoma
D
geen enkel antwoord is juist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De cliënt verliest dunne ontlasting uit zijn stoma dan denk je aan een....
A
urostoma
B
colostoma
C
ileostoma
D
tracheostoma

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een reden zijn voor een aanleg van een stoma?
A
Tumor darm
B
Ernstige ontstekingen darmen
C
Onbehandelbare verstoppingen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

2 weken na de aanleg van een stoma heeft het roosje zijn definitieve vorm.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Meestal heeft het stoma roosje zijn definitieve vorm en omvang na 3 maanden na de aanleg.
Een pouch is een ander woord voor
A
stoma-zakje
B
huidplak
C
inwendig kunstmatig reservoir voor de ontlasting.
D
stoma

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een continent darmstoma kan zowel bij een ileostoma als bij een colostoma worden aangelegd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Alleen wanneer er een totale colon resectie heeft plaatsgevonden.
Een client met een stoma moet.......drinken
A
rond de 1 liter
B
rond de 1,5 liter
C
rond de 2 liter

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer de kringspier niet goed (meer) functioneert kan er een continent darmstoma worden aangelegd bij een colectomie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wanneer er een totale collecomie heeft plaatsgevonden
Welke stoma zie je?
A
Ileostoma
B
Urostoma
C
Colostoma

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een dubbelloops stoma
A
Uiteinde van de darm
B
Een stoma met een darmopening
C
Een stoma met twee darmopeningen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een eindstandig stoma is een dubbelloopsstoma
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Dit stoma is blijvend als de rest van de darm is verwijderd.
Een eindstandig stoma is altijd tijdelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Dit stoma is blijvend als de rest van de darm is verwijderd.
Een tijdelijk stoma kan zowel enkelloops als dubbelloops zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Dit stoma is blijvend als de rest van de darm is verwijderd.
Stoma materiaal
5 vragen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Een ééndelig stomasysteem
A
buigt helemaal met plooien mee
B
beschermt het stoma minder dan een tweedelig systeem omdat deze alleen achter dun laagje plastic zit.
C
belast de huid om het stoma meer omdat de kleeflaag van de huid vaker wordt losgetrokken
D
alle antwoord A, B en C zijn

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen voordeel van een eendelig stomasysteem in vergelijking met een tweedelig systeem?
A
Het is dunner
B
Het is flexibeler
C
Het is beter voor de huid
D
Het is minder zichtbaar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat het doel van een koolstoffilter in een stomazakje?
A
Darmgassen opvangen en daardoor "bol" staan van opvangzakje voorkomen
B
Voorkomen van geurtjes
C
Beide antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bij een stomaplug heb je geen huidplak nodig en kan de huid goed tot rust komen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een stomaplug is voorzien van een koolstoffilter dat darmgassen doorlaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Stoma verzorging
9 vragen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bij welke stoma gebruik je dit stomazakje? Zie afbeelding.
A
Colostoma
B
Urostoma
C
Ileostoma
D
Tracheastoma

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De ruimte tussen plak en stomaroosje is idealiter
A
1-2 cm
B
0,5 - 1,5 cm
C
1-2 mm
D
0,5 -1,5 mm

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Je kan gewoon douchen zonder stomazakje
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Als de huid rondom een stoma geïrriteerd is dan kan je beter een eendelig stomasysteem gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

De geïrriteerde huid rondom een stoma kan je verzorgen met zinkzalf of vaseline.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Als de huid rondom het stoma geïrriteerd is dan moet je het gaatje in de plak een paar mm groter knippen.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De huidplak plak je op van onder het stoma naar boven het stoma.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij een gevoelige huid kun je beter gebruik maken van tweedelig stoma materiaal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

De huidplak verwijder je op van onder het stoma naar boven het stoma.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Stoma irrigatie
4 vragen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent "een stoma irrigeren"
A
het spoelen van de darmen
B
het spoelen van de darmen via een stoma om de dikke darm leeg te maken
C
wild vlees verwijderen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

hoelang duurt het om een stoma te irrigeren?
A
15 tot 25 min
B
45 tot 60 min
C
10 tot 15 min
D
25 tot 45 min

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welke stoma mag geirrigeerd worden?
A
Ileostoma
B
Colostoma

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de voornaamste reden dat zorgvragers kiezen voor darmspoelen?
A
obstipatie
B
controle krijgen over de frequentie van ontlasting

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Evaluatie
Alle antwoorden kan je terugvinden in 
Hoofdstuk 18 van je theorieboek.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions