Periode 3 - les 6

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00

Slide 1 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

           Wat gaan we doen vandaag
  1. Wat moet je leren voor de toets?
  2. Terugblik  vorige les 
  3. Huiswerk nabespreken
  4. Aantekening maken 
  5. Opdrachten maken 

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Wat moet je leren voor de toets??

Slide 4 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Wat is een martelaar?
A
Iemand die mensen martelt
B
Iemand die voor de kerk werkt
C
Iemand die sterft voor zijn of haar geloof
D
Iemand die gemarteld wordt door iemand

Slide 5 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

De vijf zuilen van de Islam
NIET de vijf zuilen van de Islam
Vijf keer per dag bidden
Bedevaart naar Mekka
Halal eten 
Vasten tijdens de Ramadan
Arme mensen helpen 
Zeggen dat je in Allah gelooft
Respect hebben voor anderen 
Geld geven aan de Moskee
Een hoofddoek dragen 
Je baard laten staan

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Waarom is 522 het begin van de Islamitische jaartelling?
A
Mohammed vlucht dan van Mekka naar Medina (Hedjra)
B
Mohammed werd toen geboren
C
Mohammed kreeg in dat jaar een visioen van een engel
D
Mohammed kreeg toen de 5 zuilen door van god

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

           Huiswerk
          nabespreken 

Slide 10 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
5.5 Het Rijk van Kiev

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

           Leerdoelen
5.5. Het Rijk van Kiev
  • Je kent de begrippen: onderwerpen, huursoldaten, luxegoederen, patriarch, orthodox, cyrillisch, Roes (R)
  • Je kunt uitleggen waarom de Roes rijk werden van de handel in slaafgemaakten. (T1)
  • Je kunt beschrijven hoe het Rijk van Kiev ontstond (T1)
  • Je kunt uitleggen waarom het Christendom in Oost-Europa anders is dan in West-Europa (T2)

Slide 12 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Europa in de 9e eeuw
Abbasieden
Frankische Rijk 
Rijk van de Roes
Byzantium 
Scandinavië 

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

           De Noormannen 
  • Uit Scandinavië komen de Noormannen
  • Zij willen handelen en veroveren steeds meer gebied 
  • Het liefst veroveren ze kloosters voor goud en slaven
  • De Noormannen (Vikingen) zijn polytheïstisch
  • Door de lokale bevolking worden zij de Roes genoemd 

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vul het schema in 
Vul het schema in 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

           Leerdoelen
5.5. Het Rijk van Kiev
  • Je kent de begrippen: onderwerpen, huursoldaten, luxegoederen, patriarch, orthodox, cyrillisch, Roes (R)
  • Je kunt uitleggen waarom de Roes rijk werden van de handel in slaafgemaakten. (T1)
  • Je kunt beschrijven hoe het Rijk van Kiev ontstond (T1)
  • Je kunt uitleggen waarom het Christendom in Oost-Europa anders is dan in West-Europa (T2)

Slide 26 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Wat was de hoofdstad van de Roes?
A
Kiev
B
Moskou
C
Constantinopel
D
Rome

Slide 27 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Voor de bekering tot het Christendom waren de Roes
A
Islamitisch
B
Joods
C
Polytheïstisch
D
Atheïstisch

Slide 28 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Waarom bekeerde Volodymyr zich tot het Christendom?
A
Hij kon zo meer geld verdienen
B
Hij geloofde in de christelijke god
C
Hij moest van zijn moeder
D
Hij kon zo met Anna trouwen

Slide 29 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Hoe heet de belangrijkste persoon van de Orthodoxe kerk?
A
Patriarch
B
Petroleum
C
Paus
D
Patrick

Slide 30 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

De vraag kan hier 
geplaatst worden.
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 31 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Hoe ziet Cyrillisch schrift er uit?
A
Cyrillisch schrift
B
כתב קירילי
C
κυριλλικό αλφάβητο
D
кириллица

Slide 32 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Europa in de 9e eeuw
Abbasieden (Rijk van Harun al Rashid)
Franken (Rijk van Karel de Grote)
Roes (Rijk van Volodymyr)
Byzantium (Rijk van Anna)
Scandinavië (Rijk van de Noormannen)

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Exit ticket. Gebruik twee zinnen. Wat heb je onthouden van deze les

Slide 34 - Open question

This item has no instructions