Past Perfect

Past Perfect (voltooid verleden tijd)
1. Ik weet hoe ik de past perfect kan maken.
2. Ik kan zelf een zin met de past perfect maken.
3. Ik ken de signaalwoorden van de past perfect.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Past Perfect (voltooid verleden tijd)
1. Ik weet hoe ik de past perfect kan maken.
2. Ik kan zelf een zin met de past perfect maken.
3. Ik ken de signaalwoorden van de past perfect.

Slide 1 - Slide

Gebruik:
  • Je gebruikt de past perfect om aan te geven dat iets al eerder is gebeurd dan iets anders.
  • Je maakt de past perfect met               had + voltooid deelwoord (3de rijtje) 

Sarah had just got home when I phoned her. 
When I arrived at the party Tim had already left.
I had been an intern for six months.


Slide 2 - Slide

  • De past perfect staat vaak samen met de past simple (verleden tijd). De past simple geeft dan aan wat er eerst gebeurd is. 

I bought a new watch because I had lost my old one.
When he was thirty, he had already written six books. 

Slide 3 - Slide

Past simple
past perfect
bought
had given
walked
had walked
had driven
danced
had danced

Slide 4 - Drag question

Signaalwoordjes
In de zinnen met de past perfect staat vaak een van de volgende signaalwoordjes: after, before, when, as soon as.

After I had eaten breakfast, I still felt hungry.
As soon as I'd saved enough money, I bought a ring.

Slide 5 - Slide

He ....... (to be) a wonderful guitarist. He had been playing ever since he was a teenager.
A
had been
B
was

Slide 6 - Quiz

Before I knew it, she............ (to run) out the door.
A
ran
B
had run

Slide 7 - Quiz

When George.......(to die), he and Anne .......(to be) married for nearly fifty years.
A
died; had been
B
had died; were

Slide 8 - Quiz

After Sofie .......... (to finish) her work, she ......... (go) to lunch.
A
had finished; went
B
finished; had went

Slide 9 - Quiz

Harold ..... (to know) about it for a while.
A
had known
B
knew

Slide 10 - Quiz

Gebruik, aanvulling:
Je gebruikt de past perfect ook bij een indirecte rede.
Je geeft dan aan wat iemand anders zegt.

Alex said that he hadn't read the book.
Lucas mentioned that Willow had bought a new game.



Slide 11 - Slide

Maak zelf een zin met alleen de past perfect.

Slide 12 - Open question

Maak een zin met zowel de past simple als de past perfect.

Slide 13 - Open question

Review time:

Slide 14 - Slide

1) Ik weet hoe ik de past perfect kan maken.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 15 - Poll

2) Ik kan zelf een zin met de past perfect maken.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 16 - Poll

3) Ik ken de signaalwoorden van de past perfect.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 17 - Poll

Schrijf je vraag op.
Heb je geen vraag? Dan beantwoord je de vraag.

Slide 18 - Open question