Paragraaf 8-9-10-11 voorbereiden toets

Spelling
8-9-10-11
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling
8-9-10-11

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat ik op de toets kan verwachten  (§8 en  §9).

Slide 2 - Slide

Wat kan ik verwachten op de toets?

Slide 3 - Open question

Leerdoel §8
Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 4 - Slide

Werkwoordspelling
A
Hij bediend
B
Hij bedient
C
Hij bediendt

Slide 5 - Quiz

Ik vind werkwoordspelling (d's en t's)
A
te makkelijk
B
makkelijk
C
oké
D
moeilijk

Slide 6 - Quiz

Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
C
De oude man verstuurdt de brief.

Slide 7 - Quiz

Wat doe je bij werkwoordspelling het eerst?
A
Ik kijk of het in te vullen woord een persoonsvorm is.
B
Ik kijk in welke tijd de zin staat.
C
Ik kijk wat het onderwerp van de zin is.
D
Ik vul maar gewoon wat in.

Slide 8 - Quiz

De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord

Slide 9 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 10 - Quiz

Wat gebruik je om te bepalen of een d of t toegevoegd moet worden?
A
't kofschip
B
't ex-kofschip
C
't sexy fokschaap
D
taxi-kofschip

Slide 11 - Quiz

't Sexy Fokschaap
ook wel 't x kofschip
eindigt de ik-vorm (stam) op een letter uit het 't x kofschip
dan -te 

SPEL

Slide 12 - Slide

TaXi - KoFSCHiP
Werkwoord
stam
Fietsen
Fiets
Spelen
Spel
Relaxen
Relax
Koken
Kok
Gamen
Gam
Telen
Tel
Werkwoord
Stam
Duwen
Duw
Tobben
Tobb
Leren
Ler
Coachen
Coach
Proberen
Prober
Durven
Durv

Slide 13 - Slide

´t kofschip-x/ ex-kofschip/ sexy fokschaap

Slide 14 - Slide

Wat ga je doen?
Maak de planning.
- th Spelling 8 -

Klaar? Start met lezen.

Slide 15 - Slide

Wat kan ik verwachten op de toets (§8)?

Slide 16 - Open question

Leerdoel §9
Je leert wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.

Slide 17 - Slide

Noteer een zwak werkwoord.

Slide 18 - Open question

Noteer een sterk werkwoord.

Slide 19 - Open question


Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank:
lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank:
hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Slide 20 - Slide

Waar vind(t?) ik het werkwoordschema?
A
Bij 'Handig'.
B
Ingelijst boven mijn bed.
C
Mijn moeder weet alles.
D
In mijn werkboek.

Slide 21 - Quiz

Wat ga je doen?
Maak het werkblad.

Klaar? 
1. Maak de planning 'vm Spelling 8' af.
2. Start met lezen.

Slide 22 - Slide

Korte test

Slide 23 - Slide

Werkwoordspelling verleden tijd:
Gisteren (antwoorden) hij snel.

A
antwoorde
B
antwoordde
C
antwoordt

Slide 24 - Quiz

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 25 - Quiz

De vorige les (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 26 - Quiz

Werkwoordspelling
A
Zij begeleiden gisteren de vrouw naar huis .
B
Zij begeleidden gisteren de vrouw naar huis.

Slide 27 - Quiz

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 28 - Quiz

Wat kan ik verwachten op de toets (§9)?

Slide 29 - Open question

Wat ga je doen?
Maak de planning 'th Spelling 14'.

Klaar?
1. Maak de planning 'th Spelling 8' af.
2. Start met lezen.

Slide 30 - Slide

Wat wil ik de volgende les te weten komen?

Slide 31 - Open question

Leerdoel §10
Je leert de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 32 - Slide

Leerdoel §11
Je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 33 - Slide

Leerdoel §12
Je leert het voltooid deelwoord spellen.

Slide 34 - Slide

(bereiken pvvt) Je ..... veel met een diploma.

Slide 35 - Open question

't Sexy Fokschaap
ook wel 't x kofschip
eindigt de ik-vorm (stam) op een letter uit het 't x kofschip
dan -te 

Slide 36 - Slide

(verbranden pvtt) Luuk .... zijn vinger.

Slide 37 - Open question

(kopen pvvt) Wij .... graag cadeaus.

Slide 38 - Open question

Wat ga je doen?
Maak het werkblad.

Klaar?
1. Maak de planning 'th Spelling 8' en 'th Spelling 9'  af.
2. Start met lezen.

Slide 39 - Slide

Wat kan ik verwachten op de toets (§10/§11/§12)?

Slide 40 - Open question

Wat ga je doen?
Maak de planning 'th Spelling trainen'.

Klaar?
1. Maak de openstaande planningen af.
2. Start met lezen.

Slide 41 - Slide

Spel

Slide 42 - Slide

Dobbelsteen geel
1. ik vt
2. jij tt
3. jij vt
4. hij tt
5. hij vt
6. wij vt

Slide 43 - Slide

horizontaal = tt
verticaal = vt

Slide 44 - Slide