D en P Techniek: handgereedschappen

Zagen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Zagen

Slide 1 - Slide

Eerst aftekenen en daarna zagen!

Slide 2 - Slide

Hoe heet dit gereedschap?

timer
0:15
A
figuurzaag
B
handzaag
C
cirkelzaag
D
boomzaag

Slide 3 - Quiz

Wat kun je met een handzaag?

Slide 4 - Open question

Wat is de naam van dit gereedschap?

timer
0:30
A
Accu zaag
B
Freeszaag
C
Afkortzaag
D
Hand cirkelzaag

Slide 5 - Quiz

Wat is de naam van dit gereedschap?

timer
0:15
A
Rolmaat
B
Duimlat
C
Meetlint
D
Duimstok

Slide 6 - Quiz

welke gereedschappen zijn dit?


timer
0:30
A
figuurzaag - kapzaag - ijzerzaag
B
figuurzaag - handzaag - ijzerzaag
C
cirkelzaag - kapzaag - ijzerzaag
D
figuurzaag - kapzaag - decoupeerzaag

Slide 7 - Quiz

Hoe heet dit gereedschap?
timer
0:15
A
metalen liniaal
B
hoek liniaal
C
haakmeter
D
winkelhaak

Slide 8 - Quiz

Hoe heet dit stuk gereedschap?
timer
0:15
A
geen flauw idee
B
Bier opener
C
Kruishout
D
winkelhaak

Slide 9 - Quiz

Hoe heet dit stuk gereedschap?
timer
0:15
A
ijzerhaak
B
zwaaihaak
C
schuifmaat
D
verstelhaak

Slide 10 - Quiz

13

Slide 11 - Video

Welke hoeken kun je aftekenen met een handzaag?

Slide 12 - Open question

Deze quiz was.......

Slide 13 - Open question

01:43
Hoe lang is de handzaag
in dit filmpje?
timer
0:15
A
30 cm
B
35 cm
C
1.30 cm
D
45 cm

Slide 14 - Quiz

02:09
De zaag tanden zijn ....
en staan .....
timer
0:20
A
grijs en recht
B
hard / recht
C
gepunt en schuin
D
gehard / licht schuin

Slide 15 - Quiz

02:39
Hoe heet dit gereedschap?
timer
0:15
A
blok liniaal
B
metalen liniaal
C
blokhaak of winkelhaak
D
blokhoek of winkelhoek

Slide 16 - Quiz

03:01
Hoeveel graden is Haaks afzagen?
timer
0:15
A
45 graden
B
80 graden
C
90 graden
D
180 graden

Slide 17 - Quiz

03:28
Welke term gebruikt de timmerman?
timer
0:15
A
boks afzagen
B
recht afzagen
C
hoeks afzagen
D
haaks afzagen

Slide 18 - Quiz

04:24
Waar leg je de wijsvinger van je hand als je de zaag vast hebt?
timer
0:15
A
langs de zaag
B
op de zaag
C
in de zaag
D
je maakt een vuist

Slide 19 - Quiz

04:52
Aan welke kant van het streepje zet de rechtshandige zijn zaag?
timer
0:20
A
Links
B
rechts
C
begin links en eindig rechts
D
begin rechts en eindig links

Slide 20 - Quiz

05:22
Hoe noem je de rechterkant van het streepje?
timer
0:15
A
restkant
B
nette kant
C
zaag kant
D
afvalkant

Slide 21 - Quiz

05:51
Waar staat de duim van de timmerman?
timer
0:15
A
vlakbij de zaag
B
naast de zaag
C
tegen de zaag
D
onder de zaag

Slide 22 - Quiz

06:28
Wat doet de timmerman als eerste bij de start van het zagen
timer
0:15
A
de zaag iets terughalen
B
de zaag schuin zetten
C
gelijk zagen
D
goed langs de lijn zagen

Slide 23 - Quiz

07:40
Wat zegt de timmerman over het zagen
timer
0:15
A
snel zagen, met korte bewegingen
B
rustig zagen met snelle bewegingen
C
rustig zagen en hele zaag gebruiken
D
snel zagen en de halve lengte gebruiken

Slide 24 - Quiz

07:57
Hoe sta je bij het zagen?
timer
0:15
A
licht voorover gebogen
B
rechtop
C
ik sta niet, ik zit erbij...
D
helemaal voorover gebogen

Slide 25 - Quiz

08:17
Waarom moet je opletten bij het laatste stukje zagen?
timer
0:15
A
hout gaat breken
B
hout gaat splinteren
C
zaag gaat vast zitten
D
je kan je duim afzagen

Slide 26 - Quiz

Nu jullie!!!!
teken goed af en zaag rustig.
blijf zagen bij de afteken lijn.

Slide 27 - Slide