Dit of dat? Mijn werkplek

Dit of dat? Mijn werkplek.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Leren lerenSecundair onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Dit of dat? Mijn werkplek.

Slide 1 - Slide

Waar studeer je?
A
Op een vaste plek.
B
Altijd ergens anders

Slide 2 - Quiz

Waar studeer je het best?
A
Op een rustige plek zonder afleiding
B
Dicht bij een computer, tv, radio...

Slide 3 - Quiz

Waar je leg je best je materiaal om te studeren?
A
Overal in huis zodat je alles nog moet zoeken.
B
Dicht bij jou zodat je niet moet rondlopen.

Slide 4 - Quiz

Wat doe je het best tijdens het studeren?
A
Continue babbelen met huisgenoten.
B
Je concentreren en niet praten met huisgenoten.

Slide 5 - Quiz

Waar studeer je het best?
A
Op een kleine tafel met weinig plaats.
B
Op een plek waar je ruimte hebt.

Slide 6 - Quiz

Waar studeer je het best?
A
Op een kleine tafel met weinig plaats.
B
Op een plek waar je ruimte hebt.

Slide 7 - Quiz

Hoeveel licht heb je nodig op je studieplek?
A
Alleen licht van buiten.
B
Alleen een bureaulamp
C
Licht van buiten en een goede bureaulamp.
D
Je hebt geen licht nodig om te studeren

Slide 8 - Quiz

Waar leg je best je materiaal voor school?
A
Overal in je kamer.
B
Overal in huis.
C
Op een vaste plek in je kamer of in je huis.
D
Op school in je kluis.

Slide 9 - Quiz

Waar zou je het liefst studeren?
A
Hier?
B
Daar?

Slide 10 - Quiz

Waar zou je het liefst studeren?
A
Hier?
B
Daar?

Slide 11 - Quiz