This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
¡Bienvenidos!
Slide 1 - Slide
Fotovragen
Op de volgende slides zie je steeds een Spaans woord. Zoek op het internet een foto waaruit duidelijk wordt dat je weet wat het woord betekent.
Slide 2 - Slide
el invierno
Slide 3 - Open question
el verano
Slide 4 - Open question
el avión
Slide 5 - Open question
una calle tranquila
Slide 6 - Open question
sleepvraag
Op de volgende slide zie je een sleepvraag. Sleep de maanden naar het juiste jaargetijde.
Slide 7 - Slide
el otoño
el verano
el invierno
la primavera
enero
febrero
marzo
abril
mayo
junio
julio
agosto
septiembre
octubre
noviembre
diciembre
Slide 8 - Drag question
¿...... es usted?
A
Adónde
B
Dónde
C
De dónde
Slide 9 - Quiz
¿... hotel prefiere?
A
Cómo
B
Qué
C
Cuál
D
Cuánto
Slide 10 - Quiz
¿... está Zwolle?
A
Dónde
B
De dónde
C
Adónde
Slide 11 - Quiz
¿Cuántos pisos tiene ________ hotel?
A
vuestro
B
vuestra
C
vuestras
D
vuestros
Slide 12 - Quiz
Yo tengo una bicicleta. ... bicicleta es azul.
A
mi
B
mis
C
tu
D
tus
Slide 13 - Quiz
Yo vivo con _______tíos.
A
mi
B
mis
C
su
D
sus
Slide 14 - Quiz
_________apartamento está en una calle tranquila.
A
nuestra
B
nuestro
C
nuestros
D
nuestras
Slide 15 - Quiz
Rosa y Maria pasan _______vacaciones en Italia.
A
tu
B
tus
C
su
D
sus
Slide 16 - Quiz
Zet de juiste lidwoorden én het juiste bezittelijk voornaamwoord in de volgende zin:
".... foto bonita de ....familia Ramirez está en .... mesa de.... casa."
A
la / el/ la/ nuestro
B
el/ la / el/ tu
C
la/ la/ la /su
D
el/la/la/su
Slide 17 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord ¿Ellas son ..(vosotros).. amigas?
A
Vuestras
B
Vuestros
C
Nuestras
D
Nuestros
Slide 18 - Quiz
Vervoeg: A mí (gustar) __ ___ comer chocolate.
Slide 19 - Open question
¿A vosotros (gustar)...... ............ el teatro?
Slide 20 - Open question
A ti ¿ (gustar) _______ __________ los campings?
Slide 21 - Open question
A Pedro (gustar)___ ______ los helados de chocolate.
Slide 22 - Open question
¿A ustedes, qué (gustar) _____ ______ hacer en Madrid?
Slide 23 - Open question
A ti (gustar)__ ______ la paella valenciana .
Slide 24 - Open question
A mi madre (gustar) ___ ____ el café.
Slide 25 - Open question
opdracht 5.10
Slide 26 - Slide
.
Opdracht 5.11
Slide 27 - Slide
5.12 korte zinnen maken
Slide 28 - Slide
Opdracht
Kies nu zelf een plaats in Spanje en maak een informatiefolder. Je kunt gebruik maken van de voorbeeldzinnen uit je boek, maar je kunt natuurlijk ook je eigen informatie toevoegen. Lever de opdracht in in Teams.
Slide 29 - Slide
extra VIDEOS hierna
de eerste video gaat over familie
de tweede video gaat over het gebruik van werkwoorden in de tegenwoordige tijd