Repetitie H4 De Verenigde Staten

Repetitie H4 De Verenigde Staten
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Repetitie H4 De Verenigde Staten

Slide 1 - Slide

Nederlanders hebben mentale beelden van zowel Los Angeles als van de kleinere stad Salt Lake City.
Van welke stad zal het mentale beeld bij de meeste Nederlanders het dichtst bij de geografische werkelijkheid liggen? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open question

Beschrijf de functie van het Amerikaanse volkslied voorafgaand aan een honkbalwedstrijd.

Slide 3 - Open question

Leg uit waarom het bezitten van een vuurwapen voor veel Amerikanen een belangrijk deel van hun Amerikaanse identiteit vormt.

Slide 4 - Open question

Veel Amerikanen bezitten vanaf hun zestiende een rijbewijs en een eigen auto.
Bij welke twee gedeelde Amerikaanse waarden hoort dit verschijnsel?

A
Concurrentie en de Amerikaanse droom
B
Gelijkheid en hard werken
C
Voor jezelf kunnen zorgen en vrijheid

Slide 5 - Quiz

Wat hebben bevolkingsgroei en de aanleg van stuwdammen met elkaar te maken bij het ontstaan van grondstofconflicten?

Slide 6 - Open question

Lees bron 1. Leg met 2 redenen uit hoe diamanten ervoor zorgen dat het conflict in Sierra Leone al jarenlang voortduurt.

Slide 7 - Open question

Wat is geen grondstofconflict?
A
Argentinië en Groot-Brittannië voerden oorlog over de olierijke Falklandeilanden.
B
De Chinese overheid heeft een dorp verwijderd voor de aanleg van een mineraalmijn.
C
Japan en Rusland strijden om het eiland Sachalin, waar veel olie en gas in de grond zit.
D
Tussen India en China dreigt een oorlog als China doorgaat met het bouwen van dammen in de rivier de Brahmaputra.

Slide 8 - Quiz

Wat is geen grondstofconflict?
A
China bouwt een militaire basis op een Vietnamees eiland, waar veel aardgas te vinden is.
B
De Nederlandse regering begon in de jaren 60 met het sluiten van de Limburgse kolenmijnen, tot onvrede van de plaatselijke bevolking.
C
In Brazilië vallen boeren de inheemse bevolking aan, in een strijd om meer landbouwgrond.
D
In Nigeria blaast een groepering een pijpleiding op om meer controle te krijgen over de olie-export.

Slide 9 - Quiz

Conflicten om water komen niet overal voor.
Welk klimaattype hangt samen met waterconflicten?


A
landklimaat
B
tropisch klimaat
C
woestijnklimaat
D
zeeklimaat

Slide 10 - Quiz

Leg in drie stappen uit hoe de vicieuze cirkel van armoede werkt als het gaat over onderwijs.

Slide 11 - Open question

Bekijk bron 3. Past dit beeld het best bij noodhulp of bij ontwikkelingshulp? Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open question

Er zijn drie vicieuze cirkels van armoede: onderwijs, honger en leefomstandigheden. Bij welke twee cirkels hoort het kenmerk ‘lage productiviteit’?

Slide 13 - Open question

Leg uit hoe ontwikkelingssamenwerking werkt.

Slide 14 - Open question

Waarom is goed onderwijs uiteindelijk de beste oplossing om armoede in een arm land te laten afnemen?

Slide 15 - Open question

In veel arme landen krijgt vooral één bepaald deel van de bevolking weinig onderwijs. Welk deel is dat, en hoe kan ontwikkelingssamenwerking hierbij helpen?

Slide 16 - Open question

Noem twee positieve Amerikaanse stereotypen en twee negatieve.

Slide 17 - Open question

Gebruik bron 5. Leg uit aan de hand van de bron waarom de Republikeinse partij erbij gebaat is om de hispanics in Texas voor zich te winnen.


Slide 18 - Open question

Leg uit welke partij (democraten of republikeinen), volgens jou, in de toekomst de meeste kans maakt om de verkiezingen in Texas en Californië te winnen.

Slide 19 - Open question

Gebruik bron 5.
In welke staat wonen de minste blanken?


A
Gebruik bron 5. In California
B
In Texas
C
In beide staten wonen even weinig blanken.
D
Dat kun je niet uit de bron aflezen.

Slide 20 - Quiz

Lees bron 6.
Leg uit wat er wordt bedoeld met de onderstreepte zin.

Slide 21 - Open question

Een land met een jonge bevolking heeft vaak een minder sterke nationale identiteit. Hoe komt dat?

Slide 22 - Open question

Het werkloosheidscijfer van North Dakota daalde vanaf 2006 plotseling snel en veel inwoners konden in 2006 plotseling een nieuwe auto kopen.
Leg uit waardoor dat kwam.

Slide 23 - Open question

In Groningen zit veel aardgas in de grond. Toch worden de inwoners van Groningen daar niet rijk van. Wat is hierin het verschil met North Dakota?

A
In North Dakota pompt iedereen de aardolie zelf uit de grond.
B
In North Dakota werd zó veel geld verdiend dat iedereen een bedrag kreeg uitgekeerd.
C
In North Dakota zijn mensen eigenaar van de delfstoffen die onder hun grond zitten.

Slide 24 - Quiz

In North Dakota daalde het werkloosheidscijfer sterk door de vondst van het aardolieveld. Wat gebeurde er met het werkloosheidscijfer in de omliggende staten?
A
Dat cijfer bleef hetzelfde.
B
Dat cijfer is gestegen.
C
Dat cijfer is gedaald.

Slide 25 - Quiz

Leg uit waarom Mississippi, ondanks de armoede, niet in aanmerking zal komen voor ontwikkelingssamenwerking.

Slide 26 - Open question

Gebruik de bron. De Amerikaanse presidentsverkiezingen worden per staat gehouden. De partij die 270 punten of meer haalt, heeft de verkiezingen gewonnen. Welke partij heeft gewonnen?

Slide 27 - Open question

Gebruik de bron.
Welke staten kiezen vooral voor de Democraten?
A
Staten in het midden en zuidoosten
B
Staten in het noorden
C
Staten in het westen en noordoosten
D
Staten in het zuiden

Slide 28 - Quiz

Gebruik de bron. Grondstofconflicten kunnen over allerlei verschillende grondstoffen gaan. Bij welke letter in de bron is de kans op een zoetwaterconflict het grootst?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij D

Slide 29 - Quiz

Geef twee redenen waarom veel grondstofconflicten over aardolie gaan.

Slide 30 - Open question

Lees de bron. Noem twee redenen waarom terreurbeweging Isis olievelden nodig heeft om oorlog te kunnen voeren.

Slide 31 - Open question

Wat is, naast aardolie, een andere belangrijke natuurlijke hulpbron in het noordoosten van Syrië?

Slide 32 - Open question

Nigeria en Noorwegen hebben allebei grote olievoorraden. Toch is het risico op een grondstofconflicten in Nigeria vele malen groter dan in Noorwegen. Geef hiervoor een verklaring. Betrek beide landen in je antwoord.

Slide 33 - Open question

De Amerikaanse droom is voor migranten eenvoudiger te bereiken als ze de Engelse taal leren. Leg dit uit.

Slide 34 - Open question

Gebruik bron 1.
Wat hoort er bij de letters?

A
A = lage opbrengst B = lage productiviteit
B
A = lage opbrengst B = slechte leefomstandigheden
C
A = kleine kans op werk B = lage productiviteit
D
A = kleine kans op werk B = slechte leefomstandigheden

Slide 35 - Quiz

Waarom wordt een stereotiepe Amerikaan meestal met een vuurwapen in zijn hand afgebeeld?
A
Omdat alle volwassen Amerikanen een vuurwapen in hun bezit hebben
B
Omdat het in de VS is toegestaan om een vuurwapen te dragen
C
Omdat het in de VS verplicht is om een vuurwapen te dragen
D
Omdat je in Amerikaanse films vaak vuurwapens ziet

Slide 36 - Quiz

Amerikanen hebben verschillende mentale beelden van Florida. Florida is bekend om de zonnige stranden en de moerassen met alligators. Maar ook vanwege de vele seniorenwijken. Zal bron 1 dit laatste beeld versterken of afzwakken? Leg je antwoord uit.

Slide 37 - Open question

Leg uit op welke manier sportwedstrijden in de VS bijdragen aan de versterking van de nationale identiteit.

Slide 38 - Open question