Argumenteren - les 4

Welkom V4A
Vrijdag 10 juni, derde uur
De lesdoelen: Je bent bekend met:
  • argumenten (feitelijk en waarderend)
  • tegenargumenten en weerleggingen
  • argumentatiestructuren
  • argumentatieschema's

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom V4A
Vrijdag 10 juni, derde uur
De lesdoelen: Je bent bekend met:
  • argumenten (feitelijk en waarderend)
  • tegenargumenten en weerleggingen
  • argumentatiestructuren
  • argumentatieschema's

Slide 1 - Slide

Argumenteren
Argumenten: feitelijk en waarderend
Tegenargumenten: tegen het standpunt
Weerlegging: tegen het argument
Argumentatiestructuur: enkelvoudig, onderschikkend, nevenschikkend (met onafhankelijke argumenten), nevenschikkend (met afhankelijke argumenten)

Slide 2 - Slide

Argumentatieschema's
Het geheel van argumenten en standpunt wordt een argumentatie genoemd. Het verband tussen argument(en) en standpunt heet een argumentatieschema.


Slide 3 - Slide

Argumentatie kan gebaseerd zijn op:
oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
autoriteit
Lezen: theorie op blz. 205 en 206

Slide 4 - Slide

Opdracht 1d. Wat is het standpunt?
A
Veel investeerders zetten hun geld niet meer op de bank
B
Het wordt steeds moeilijker om in Amsterdam een betaalbare woning te kopen (let op, anders verwoord!)

Slide 5 - Quiz

Vraag 1d. Wat is het argumentatieschema?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

Vraag 2f. Wat is het argument?
A
Eerste zin
B
Tweede zin

Slide 7 - Quiz

Vraag 2g. Wat is het argumentatieschema?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quiz

Opdracht 3. Wat is het standpunt? En welk argumentatieschema (letter)?

Slide 9 - Open question

Opdracht 4. Wat is het standpunt?

Slide 10 - Open question

Opdracht 4. We bespreken de argumenten en argumentatieschema.

Slide 11 - Open question

Nu jij, voor de laatste!
Maak opdracht 5, blz. 208

Slide 12 - Slide

De lesdoelen
Je bent bekend met:
  • argumenten (feitelijk en waarderend)
  • tegenargumenten en weerleggingen
  • argumentatiestructuren
  • argumentatieschema's

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide