2.1 Menselijke en dierlijke cellen klassikaal

2.1 Menselijke en dierlijke cellen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.1 Menselijke en dierlijke cellen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Hoofdstuk Cel als start:
2.1 Menselijke en dierlijke cellen

-uitleg + oefening klassikaal
-huiswerk maken
-afsluiting met check of je al leerdoelen hebt gehaald + toelichting hw volgens studiewijzer

Slide 2 - Slide

Wat je gaat leren vandaag:
  1. Je kan de biologische organisatieniveaus herkennen

  2. Je kan de functies van het celmembraan, het cytoplasma, het celskelet en de organellen van een dierlijke cel benoemen
  3. Je herkent emergente eigenschappen

Slide 3 - Slide

Organisatie-niveaus

In de biologie kun je dingen op verschillende organisatieniveaus bestuderen.

De volgende dia's laten de niveau's zien van klein naar groot
bron 1

Slide 4 - Slide

Molecuul
Een structuur die bestaat uit meerdere atomen en met alle eigenschappen van die bepaalde stof

Slide 5 - Slide

Cel
Functionele basiseenheid van elk organisme
± 50 μm

Slide 6 - Slide

Weefsel
Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie

Slide 7 - Slide

Orgaan
Verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak

Slide 8 - Slide

Orgaanstelsel
Diverse organen die samen een bepaalde taak hebben

Slide 9 - Slide

Populatie
Groep organismen van een bepaalde soort in een bepaald gebied

Slide 10 - Slide

Ecosysteem
Een begrensd gebied waarbij de levende en levenloze natuur relaties hebben

Slide 11 - Slide

Systeem Aarde
Een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties

Slide 12 - Slide

Coronavirus
De effecten zullen je vast niet zijn ontgaan... 

Maar op welke organisatieniveaus?

Slide 13 - Slide

Op welk organisatieniveau heeft
het coronavirus een effect?

Slide 14 - Mind map

Effecten Covid-19
- Cellen aangevallen door het virus
- Organen/orgaanstelsel werken anders/slechter
- Organisme (mens) is ziek
- Invloed op andere mensen (populatie)
- Minder uitstoot in systeem Aarde

Slide 15 - Slide

Coronavirus
Wat doet dit virus?
Levend?

Slide 16 - Slide

Wat zijn kenmerken van leven?

Slide 17 - Mind map

Levend

Slide 18 - Slide

Wat je gaat leren vandaag:
  1. Je kan de biologische organisatieniveaus herkennen

  2. Je kan de functies van het celmembraan, het cytoplasma, het celskelet en de organellen van een dierlijke cel benoemen

Slide 19 - Slide

Dierlijke cellen
Zoals je ze kent uit de onderbouw... 

Hoe heten de onderdelen 1 t/m 3 ook alweer?!

Slide 20 - Slide

Dierlijke cellen
Zoals ze er echt uit zien... 

Je kunt het vergelijken met fabriekjes waarin celorganellen keihard werken om allerlei lichaamsfuncties mogelijk te kane

Slide 21 - Slide

Celorganellen
Een onderdeel van een cel met een bepaalde functie
  • Celkern
  • Endoplasmatisch reticulum
  • Ribosoom
  • Golgi-apparaat 
  • Transportblaasjes
  • Mitochondrium

Slide 22 - Slide

Opdracht (tweetal)
Neem het digitale werkblad 'de cel als fabriek' in classroom en plaats de celorganellen met behulp van de info van bron 5 van het boek bij 2.1

Slide 23 - Slide

Opdracht in tweetallen
Neem het boek: 2.1 bron 5 (cel)
Vergelijk de cel met een fabriek voor verpakte hamburgers.
Welk  celorganel van de cel heeft dezelfde functie als:

zie volgende dia

Slide 24 - Slide

Opdracht
Lees 2.1 door in het boek en maak een begrippenlijst bij 2.1 
In Classroom vind je een document met daarin de belangrijkste begrippen. Vul het in voor de begrippen die je niet (goed) kent en doe dat in eigen woorden! Een voorbeeld kan goed helpen om het begrip beter te onthouden.

Af? Ga verder met het hw volgens de studiewijzer (les 7)

Slide 25 - Slide

Afsluiting
toelichting hw

Slide 26 - Slide

Begrippen
Je hebt vandaag waarschijnlijk een hoop nieuwe woorden/termen geleerd

Zulke begrippen zijn onwijs belangrijk in de biologie en maken het leren voor een toets een stuk makkelijker!

Slide 27 - Slide

Begrip: Emergente eigenschap
Een nieuwe eigenschap op een hoger organisatieniveau, ontstaan door samenwerking van elementen op een lager niveau

Slide 28 - Slide

Huiswerk
zie studiewijzer in classroom, les 7

Slide 29 - Slide