Les 2

Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?

1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de zorg voor armen, zieken en werklozen was geregeld tot ongeveer 1930

Slide 3 - Slide

Wanneer ben je eigenlijk arm?

Slide 4 - Mind map


Wat is een verzorgingsstaat?

  • Een staat waarin de overheid voor de inwoners zorgt: 
  • 'Van de wieg tot het graf'
  • Bijvoorbeeld met: uitkeringen, leningen, subsidies en zorg

  • Maar ook als het gaat om de volksgezondheid
  • Deze verzorgingsstaat is vastgelegd in een heleboel sociale wetten

Slide 5 - Slide


Hulp aan armen in de 19e eeuw

  • Bij ziekte of werkloosheid klopte je in eerste instantie aan bij familie.
  • Geen familie? Dan was je afhankelijk van liefdadigheid.
  • Liefdadigheid in de 19e eeuw kwam van de kerk of rijke burgers.
  • Deze liefdadigheid bestond uit: voedsel, brandstof en kleding.
  • Om liefdadigheid te ontvangen moest je: het écht nodig hebben, je netjes gedragendankbaar zijn en naar de kerk gaan.

Een schilderij van Albert Anker waarop soep wordt uitgedeeld aan armen.

Slide 6 - Slide


Rol van de overheid



  • De rol van de overheid (landelijk en gemeentelijk) was erg klein: zij zagen het niet als hun taak.
  • Sommige gemeenten hadden een armenfonds. Dit fonds was niet verplicht en het geld was beperkt: op was op.

De Goudsbloemgracht in de Amsterdamse wijk Jordaan uit 1850. Het is eigenlijk helemaal geen gracht, maar een sloot met aan beide kanten zeer slechte woningen. De hygiëne was slecht. Er was geen schoon drinkwater, geen riool, geen wc's. Regenwater werd verzameld in tonnen.

Slide 7 - Slide


Armenwet
1854



  • De Armenwet was een landelijke wet, maar gemeenten moesten hem zelf betalen en uitvoeren.
  • De rol van de overheid in de armoedebestrijding werd hierdoor groter dan de gemeenten wilden.




De Armenwet zoals gepubliceerd in 1854

Slide 8 - Slide


Gevolgen van de 
industrialistatie




  • Na 1870 komt in Nederland de industrialisatie op gang
  • Arbeiders (meestal vroeger boeren en landarbeiders) trekken naar de stad: urbanisatie
  • Steden groeien snel: er moeten snel woningen worden gemaakt/gevonden

Slide 9 - Slide

Gevaarlijk en zwaar werk
Door de industrialisatie waren veel arme boeren naar de steden getrokken om daar in de fabrieken te gaan werken. 

Het werk in de fabrieken was gevaarlijk, zwaar en eentonig.
Regels over arbeidstijden, veiligheid en de hoogte van lonen waren er niet.
  • De arbeiders maakten werkdagen van soms wel 14 uur en kregen een laag loon.
  • Er gebeurden vaak (dodelijke) ongelukken.
  • Vrouwen en kinderen werkten ook in de fabrieken en de mijnen, omdat het loon van de man was meestal niet genoeg om van de leven 


Slide 10 - Slide

Noem 1 voorbeeld waaruit blijkt dat de werkomstandigheden van de arbeiders vaak zeer slecht waren.

Slide 11 - Open question


Kinderarbeid



  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan.
  • Vrouwen en kinderen zijn goedkoper dan mannen.
  • Kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines.

Slide 12 - Slide

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 13 - Slide

Maakwerk + huiswerk
Boekje GS Mavo 3:

Bladzijde 5
'Leven van de liefdadigheid' + 'Gevaarlijke en zwaar werk'
invullen met behulp van het gele boek

Slide 14 - Slide

Video
Welkom in de IJzeren Eeuw: Arm en Rijk

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video