herhaling stof

Is de balans altijd in evenwicht?
Of zijn er uitzonderingen
A
Ja
B
Nee
1 / 31
next
Slide 1: Quiz
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Is de balans altijd in evenwicht?
Of zijn er uitzonderingen
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

Als kas toeneemt noteer je dit?
A
Debet
B
Credit

Slide 2 - Quiz

Als het saldo van de rekening 'Nog te betalen bedragen' niet €0 is,
A
dan het het altijd een debetsaldo
B
dan is het altijd een creditsaldo
C
dan kan het saldo debet of credit zijn
D
dan gaat het saldo naar de resultatenrekening

Slide 3 - Quiz

Een nieuwe auto kost €12.900,- inclucief BTW. Hoeveel kost de auto exclusief BTW? (Btw= 21%)
A
€ 15.609,-
B
€ 10.191,-
C
€ 10.661,16

Slide 4 - Quiz

Kosten verhogen het eigen vermogen
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

AANKOOPFACTUUR
VERKOOPFACTUUR
VERSCHULDIGDE BTW
LEVERANCIERS
HANDELSDEBITEUREN
AFTREKBARE BTW
BEDRIJFSKOST
BEDRIJFSOPBRENGST

Slide 6 - Drag question

Kosten boek je?
A
Debet
B
Credit

Slide 7 - Quiz

Welke journaalpost dienen wij te maken bij een verkoop op rekening?
A
Crediteuren, aan opbrengst verkopen, aan te bet btw, kostprijs verkopen, aan voorraad goed
B
Opbrengst verkopen, aan debiteuren, aan te bet btw, kostprijs verkopen, aan voorraad goederen
C
Debiteuren, aan opbrengst verkopen, aan te bet btw, kostprijs verkopen, aan voorraad goederen
D
Debiteuren, aan opbrengst verkopen, aan te bet btw, kostprijs verkopen, aan voorraad goederen

Slide 8 - Quiz

Waar staat het Eigen vermogen op de balans?
A
De linkerkant ( debet)
B
De rechterkant (credit)
C
De linkerkant (credit)
D
De rechterkant (debet)

Slide 9 - Quiz

Wat is de standaardboeking van een inkoop op rekening?
A
700 Voorraad goederen Aan 140 crediteuren
B
700 Voorraad goederen aan 130 debiteuren
C
140 Crediteuren Aan 700 Voorraad goederen
D
130 Debiteuren Aan 700 Voorraad goederen

Slide 10 - Quiz

Bedragen op de rekening kas en bank samen zijn.
A
permanent vermogen
B
Financiële vaste activa
C
Liquide middelen
D
Rekening courant

Slide 11 - Quiz

Als ik een crediteur betaal boek ik crediteuren
A
Debet
B
Credit

Slide 12 - Quiz

Crediteuren zijn
A
Leveranciers aan wie je nog moet betalen
B
Klanten van wie je nog geld krijgt
C
Leveranciers die je altijd contant betaalt
D
klanten die jou altijd contant betalen

Slide 13 - Quiz

Eigen vermogen open ik in het grootboek aan...?
A
De rechterkant
B
De linkerkant

Slide 14 - Quiz

Hoe bereken je het eigen vermogen?
A
Schulden-bezittingen
B
Bezittingen- Schulden
C
Eigen vermogen + Bezittingen
D
Debet- Credit

Slide 15 - Quiz

Kosten verhogen het eigen vermogen
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Een privé opname is een... en daarom boeken we die...
A
Winst, Debet
B
Winst, Credit
C
Verlies, Debet
D
Verlies, Credit

Slide 17 - Quiz

Een privé storting is een... en daarom boeken we die...
A
Winst, Debet
B
Winst, Credit
C
Verlies, Debet
D
Verlies, Credit

Slide 18 - Quiz

De winst die een onderneming maakt is als volgt te berekenen...
A
m.b.v. de beginbalans
B
m.b.v. de eindbalans
C
m.b.v. de begin- en eindbalans
D
m.b.v. de verlies- en winstrekening

Slide 19 - Quiz

Alle opbrengsten zijn voor de onderneming een... en daarom boeken we die...
A
Winst, Debet
B
Winst, Credit
C
Verlies, Debet
D
Verlies, Credit

Slide 20 - Quiz

Rechterkant van de balans
Linkerkant van de balans
Bezittingen
Schulden

Slide 21 - Drag question

Een balans is een overzicht van
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.

Slide 22 - Quiz

De rechterkant van de balans heet
A
Rechts
B
Creditzijde
C
bezit
D
Activa

Slide 23 - Quiz

wat staat aan de debetzijde van de balans?
A
debiteuren
B
crediteuren
C
eigen vermogen
D
passiva

Slide 24 - Quiz

Op jaarbasis is het te betalen bedrag aan BTW € 1200. Rekening houden met de KOR is de vermindering
A
€ 1200
B
€ 0
C
€ 400
D
€ 800

Slide 25 - Quiz

De rekening te betalen BTW wordt geboekt bij
A
een verkoop
B
een inkoop
C
retour inkoop
D
aankoop auto

Slide 26 - Quiz

De journaalpost van een aankoop op rekening van een winkelvitrine luidt
A
Crediteuren aan Inventaris aan te vorderen BTW
B
Inventaris aan bank aan te betalen BTW
C
Inventaris aan crediteuren aan te betalen BTW
D
Inventaris aan crediteuren aan te vorderen BTW

Slide 27 - Quiz

De journaalpost van het betalen van de verschuldigde BTW via de bank aan de belastingdienst luidt:
A
te betalen BTW aan bank
B
te verrekenen BTW aan bank
C
te vorderen BTW aan bank
D
Bank aan te verrekenen BTW

Slide 28 - Quiz

Aan welke zijde van de balans horen ze thuis?
Debet
Credit
Crediteuren
Hypotheek
Inventaris
Lening

Slide 29 - Drag question

Betalen van een crediteur per bank. De journaalpost:
A
Bank aan Crediteuren
B
Bank aan kas
C
Kas aan bank
D
Crediteuren aan bank

Slide 30 - Quiz


Afsluiten van de rekening te vorderen BTW op 30-9 doe je door



A
€ 2.000 debet te boeken
B
€ 2.000 credit te boeken
C
€ 3.000 debet te boeken
D
€ 3.000 credit te boeken

Slide 31 - Quiz