DISK thema 20 - les 4

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Thema 20 - Straatcultuur

Doel

- Je kunt de 25 nieuwe woorden van thema 20 gebruiken. 

- Je begrijpt 10 nieuwe woorden.

Even nadenken

Welke woorden van thema 20 weet je nog? 

Kijk na

• Kijk samen met je buur jouw zinnen en betekenis na.
  
• Bespreek samen of je zin goed is en of jullie dezelfde betekenis hebben. 

Schrijf het meervoud van "het cadeau"

Geef een voorbeeld van criminaliteit

Wat is de wij-vorm van aanmelden?

1. wij aanmelden
2. wij melden aan
3. wij hebben aanmelden

Schrijf de vervoegingen van aanmelden op.

Schrijf de vervoegingen van bedoelen op.

doorgaan

fluiten

het gedeelte

geleden

gezellig

Als je ergens niet mee stopt.

Iets wat vorige week of vorig jaar was.

Een stuk ergens van.

Een hoog geluid.

Een fijn gevoel.

Schrijf de vervoegingen van doorgaan op.

Schrijf de vervoegingen van fluiten op.

Dit is...

Maak een zin met "gezellig".

Dit is ...

Maak een zin met "absoluut"

Dit is ....

Maak een zin met "geleden"

10 nieuwe woorden

• Doe je ipad dicht.
• Pak je map of schrift.
• Schrijf de 10 nieuwe woorden op.
• Schrijf ook het meervoud op.

de norm

Iets wat iedereen binnen een cultuur normaal vindt.

m.v. = de normen

normaal

Iets wat iedereen hetzelfde vindt.

bijv. naamwoord = normale

ongeveer

Je weet het niet precies. 

ophouden

Ergens mee stoppen.

Ik houd op

Jij houdt op

Wij houden op

Wij hielden op

Wij zijn opgehouden

de overlast

Als andere mensen last hebben van iets wat jij doet. 

de oudere

Iemand die ouder dan 60 jaar is. 

m.v. = de ouderen

de parkeerplaats

Een plek waar je je auto neer kunt zetten.

m.v. = de parkeerplaatsen

de pet

Iets wat je op je hoofd kunt dragen.

m.v. = de petten

het project

Een opdracht waar je met een groep aan werkt. 

m.v. = de projecten

de puber

Een jongere tussen 12 en 18 jaar. Het is een tijd in je leven waarin je heel erg veranderd. 

m.v. = de pubers

Schrijf de vervoegingen van "ophouden" op

Noem iets wat overlast kan geven

Schrijf de vervoegingen van "klagen" op.

Maak een zin met lastig

Welk woord hoort bij normen?

1. vormen
2. weten
3. waarden
4. waarom

Welk woord past in de zin:
Ik ben het .... niet met je eens.

1. gedeelte
2. absoluut
3. normaal
4. reactie

Welk woord past in de zin:
Ik begrijp niet precies wat je ...

1. normaal
2. reactie
3. klaagt
4. bedoelt

In welk woord kun je het dikgedrukte woord veranderen?
Het is niet GEWOON om in de klas te bellen.

1. absoluut
2. normaal
3. betrouwbaar
4. lastig

Huiswerk voor dinsdag

Schrijf bij alle 10 de woorden de betekenis en een voorbeeldzin.

Dit is huiswerk voor dinsdag 5 april.