,

W24 GPL Engels 1e jaars

Welcome back!!
Welcome GPL Engels 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome back!!
Welcome GPL Engels 

Slide 1 - Slide

Today's planning:
Today:
Grammar recap:
- Comparisons 
- Should/Shouldn't 
- Present Simple 
- Present Continuous 
- 's/s' 
- Prepositions 
- Could/couldn't 


Slide 2 - Slide

Comparisons

Slide 3 - Slide

Comparisons

Slide 4 - Slide

Present Simple
Present Simple

Slide 5 - Slide

Present simple uitleg
Wanneer iets vaak of regelmatig gebeurt ( hobby's, gewoonten )
Wanneer iets een feit is.​
.
Examples (voorbeelden):​
I walk the dog every morning. (gewoonte)​
Water boils at 100 degrees Celsius. (feit)​

Signal words (signaalwoorden): 
Always, sometimes, (n)ever, usually, seldom, often, on Mondays, every Saturday, on the weekend, etc.​

Hoe:
hele werkwoord gebruiken of hele werkwoord + s ( = SHIT regel )

Slide 6 - Slide

present simple uitleg 
 positief + I/you/we/they→hele ww/he/she/it →ww +(e)s
 Ontkenned - I/you/we/they → don’t + ww/he/she/it →doesn’t + ww
 vragend ? Do + I/you/we/they + ww?/ Does he/she/it ww?
 
shit regel → he, she, it  

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link




Present Continuous
Present Continuous

Slide 9 - Slide

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous? 

Slide 10 - Slide

Present continuous uitleg
Wanneer iets op dit moment een tijdje bezig is

Examples (voorbeelden):​
I am walking home from school
She is listening to music

Signal words (signaalwoorden):
Right now, at the moment, look!, listen!, now etc...

Hoe:
am/are/is + werkwoord + ing


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

's / s' or '

Slide 14 - Slide

Recap 's & s' 

Slide 15 - Slide

should / shouldn't

Slide 16 - Slide

Should/Shouldn't 
Should/Shouldn't = Zou moeten, zou niet moeten

We gebruiken should/shouldn't + het hele werkwoord zonder 'to'  om een advies te geven. 

Slide 17 - Slide

Could / couldn't

Slide 18 - Slide

Zou (niet) kunnen, Zou (niet) mogen: Could/ Couldn't
Voor wat gebruik je could/ couldn't?
1. Als je iets voorstelt

Bijvoorbeeld: We could have a new media competition
Couldn't we ask Tim to write the article?
2. Mogelijkheid aangeven

Bijvoorbeeld: I could take lots of pictures
I couldn't tell you

Slide 19 - Slide

Prepositions 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Questions
Questions?

Slide 24 - Slide

That was it!
Thanks for this lesson and see you next week! 

Slide 25 - Slide