V2 Trabitour ed.4 Kapitel 1.8 haben sein personalpronomen

Lernziele
  • Du kannst haben, sein & werden konjugieren;
  • Du kennst die Personalpronomen;
  • Du kannst die Personalpronomen in einem Liedtext verstehen;

1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lernziele
  • Du kannst haben, sein & werden konjugieren;
  • Du kennst die Personalpronomen;
  • Du kannst die Personalpronomen in einem Liedtext verstehen;

Slide 1 - Slide

Welke persoonlijk voornaamwoorden ken je?

Slide 2 - Mind map

Planung heute
  • Instruktion: Personalpronomen 
  • Instruktion: Unregelmäßige Verben
  • Aufgabe: 17
  • Lied: Frankfurt Oder
  • Instruktion: haben & sein
  • Aufgabe: 18
Hausaufgaben Montag: Lernen Grammatik E

Slide 3 - Slide

Wie heißt ...... ?
A
wir
B
du
C
ich
D
Sie

Slide 4 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoorden
perfekt
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie






  • ik
  • jij
  • hij / zij / het
  • wij
  • jullie
  • zij / U

Slide 5 - Slide

Sleep de persoonlijk voornaamwoorden naar de juiste plek
ik
jij
hij
zij
het
men
wij
jullie
zij
U
ich
du
er
sie
es
sie (mv)
ihr
wir
Sie
man

Slide 6 - Drag question

Onregelmatige 
werkwoorden
perfekt
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie


  • haben
  • hebben

    • gehabt
    • habe
    • hast
    • hat
    • haben
    • habt
    • haben

    • sein
    • zijn

      • gewesen
      • bin
      • bist
      • ist
      • sind
      • seid
      • sind

      • werden
      • worden/zullen

        • geworden
        • werde
        • wirst
        • wird
        • werden
        • werdet
        • werden

        Slide 7 - Slide

        Klassenregeln
        Aufgabe: 17
        • Macht Aufgabe 17;
        • Schrijf de juiste werkwoordvorm in de zinnen. 
        • Flüstern;
        • Zu zweit;
        • 5 Minuten Zeit
        • Fertig? Holt ein Arbeitsblatt. 

        Tipp:
        • 1 Zoek eerst het onderwerp (Subjekt) in de zin;
        • 2 Kies het juiste werkwoord;
        • 3 Kies de juiste vervoeging. 

        Slide 8 - Slide

        Slide 9 - Video

        Klassenregeln
        Aufgabe: 18
        • Macht Aufgabe 18;
        • Vul de juiste vorm van haben, sein & werden in;
        • Im Stille;
        • Selbständig;
        • 10 Minuten Zeit;
        • Fertig? Macht das Arbeitsblatt;
        • Fertig? Macht die Übungen im Link unten.  

        Slide 10 - Slide

        Welche Personalpronomen kennst du?
        Auf Deutsch !

        Slide 11 - Mind map

        Ich kann haben, sein & werden konjugieren.
        1 = nauwelijks 5 = volledig
        15

        Slide 12 - Poll