groep 8 16 november

1 / 50
next
Slide 1: Link
FransBasisschoolGroep 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Link

Slide 2 - Video

Bonjour et bienvenue

Slide 3 - Slide

  • jezelf voorstellen in het Frans
  • het schoolsysteem in Frankrijk
  • tellen in het Frans
  • une chanson

Slide 4 - Slide

Wie spreekt er (al een beetje) Frans?

Slide 5 - Slide

Franse leenwoorden
Wist je dat je al best vaak Frans spreekt?
Denk maar eens aan:

 

Slide 6 - Slide

Ken jij nog meer
Franse leenwoorden?

Slide 7 - Mind map

Vocabulaire Leenwoorden

Wist je dat van alle leenwoorden die wij in het Nederlands gebruiken ruim 40% uit het Frans komt?

Slide 8 - Slide

Filmpje Franse school
Op welke manieren begroeten de leerlingen elkaar 
non verbaal?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Op welke manieren begroeten de leerlingen elkaar 
non verbaal?

Slide 11 - Slide

Kijk goed en onthoud!
- hoe zeggen ze elkaar gedag (3 manieren)
- hoe stellen ze zichzelf voor (3 manieren)
hoe vertellen ze naar welke school ze gaan en in welke klas ze zitten?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wie weet het?
- hoe zeggen ze elkaar gedag (3 manieren)
- hoe stellen ze zichzelf voor (3 manieren)

Slide 14 - Slide

Elkaar gedag zeggen
Bonjour
Salut
Coucou


Schrijf op!

Slide 15 - Slide

Jezelf voorstellen, comment tu t'appelles?
Je m'appelle .....
Je suis ......
Moi,c'est .....

Schrijf op!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Oefenen!

Slide 18 - Slide

Spelregels
Ik gooi een balletje naar iemand en je stelt je voor in het Frans.
(Salut/Bonjour/Coucou)
 
Leerling ´gooit´ het balletje naar iemand anders uit de klas 

Steeds afwisselend op één van de 3 manieren 
(nooit voorgaande herhalen)

Slide 19 - Slide

Spelregels
Zelfde idee maar:
Je m´appelle/Je suis/Moi, c'est......

comment tu t´appelles?


Als je het voorgaande herhaalt ben je af en ga je zitten

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

zéro /zeero/
un /uhn/
deux /deu/
trois /trwah/
quatre /kaatruh/
cinq /sehnk/
six /sies/
sept /set/
huit /wiet/
neuf /nuf/
dix /dies/

Slide 22 - Slide

onze /onzuh/
douze /doezuh/
treize /trehzuh/
quatorze /kaahtorzuh/
quinze /kehnzuh/
seize /sehzuh/
dix-sept /dies-set/
dix huit /dies-wiet/
dix-neuf /dies-nuf/
vingt /vehhhn/

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

4 =
A
deux
B
sept
C
quatre
D
un

Slide 25 - Quiz

wat is het laatste getal in het liedje?
A
onze
B
trois
C
dix
D
vingt

Slide 26 - Quiz

douze
neuf
quinze
treize
zéro
cinq
quatorze
sept
dix
huit
9
14
15
8
13
5
7
0
10
12

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Wat heb je geleerd?
Hoe stel je jezelf voor in het Frans?
Noem deze getallen in het Frans: 5, 11, 14, 18

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Au revoir ! 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Hoe heet de supersnelle trein die tussen Nederland en Frankrijk rijdt?
A
De Concorde
B
De Eurostar
C
De Thalys
D
De sprinter

Slide 33 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de kleuren in de Franse vlag?
A
Rood-wit-blauw
B
Wit-blauw-rood
C
Blauw-wit-rood
D
Rood-blauw-wit

Slide 34 - Quiz

In welk werelddeel wonen de meeste Franssprekende mensen?
A
In Noord-Amerika
B
In Europa
C
In Azië
D
In Afrika

Slide 35 - Quiz

Hoe bestel je 1 brood en 5 croissants in het Frans?
A
Un pain et cinq croissants s'il vous plaît.
B
Un pain et quatre croissants.
C
Cinq pains et un croissant s'il vous plaît.
D
A demain!

Slide 36 - Quiz

Wat is het Franse woord voor 'zwembad'?
A
Swimming pool
B
Piscine
C
Balade
D
Livre

Slide 37 - Quiz

Kun jij het juiste Franse woord raden?

Steeds zie je eerst een foto van een Frans woord. Daarna mag jij het Franse woord intypen of opschrijven.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Welk Frans woord zag je op de vorige slide?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide

Welk Frans woord zag je op de vorige slide?

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Slide

Welk Frans woord zag je op de vorige slide?

Slide 44 - Open question

Slide 45 - Slide

Welk Frans woord zag je op de vorige slide?

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide

Welk Frans woord zag je op de vorige slide?

Slide 48 - Open question

Slide 49 - Slide

Welk Frans woord zag je op de vorige slide?

Slide 50 - Open question