medicatie les 3

Wat gaan we vandaag doen?
Aan het einde van de les weten jullie :
  • Wat epilepsie is
  • In welke vormen epilepsie voorkomen
  • Wat de oorzaken zijn van epileptie
  • Wat je moet doen bij een aanval.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
verpleegkunde ghzMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
Aan het einde van de les weten jullie :
  • Wat epilepsie is
  • In welke vormen epilepsie voorkomen
  • Wat de oorzaken zijn van epileptie
  • Wat je moet doen bij een aanval.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

GHZ en Epilepsie (1)
In Nederland heeft ongeveer 1 op de 150 mensen een vorm van epilepsie.
Bij mensen met een verstandelijke beperking is dat percentage veel hoger, namelijk 30%

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

GHZ en Epilepsie 
  1. Een verstandelijke beperking wordt vaak veroorzaakt door een stoornis in de hersenen. Deze hersenstoornis vergroot de kans op epilepsie. Daardoor komt epilepsie meer voor bij mensen met een verstandelijke beperking. 
  2. Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe vaker epilepsie voorkomt. Toch hebben niet alle mensen met een verstandelijke beperking epileptische aanvallen. Blijkbaar veroorzaken niet alle hersenstoornissen epilepsie. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3.Sommige kinderen krijgen in hun eerste jaar ernstige epileptische aanvallen. De ontwikkeling kan dan achteruitgaan. In dat geval kunnen de epileptische aanvallen de oorzaak zijn van de verstandelijke beperking.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is Epilepsie?
  • Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. 
  • Aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Epilepsie
  • Het is te vergelijken met onweer in de hersenen: abnormale ontladingen van elektriciteit verstoren het normale functioneren (het Oudgriekse epileptein betekent ‘overvallen’).
  • De aanval, ook insult genoemd, duurt meestal maar kort. De verschijnselen hangen samen met de ernst en de plaats van de ‘kortsluiting’ in de hersenen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van epilepsie
  • Littekens door bijv. zuurstoftekort
  • Na een CVA
  • Aandoeningen waarbij hersenletsel optreedt
  • hersentumor
  • ontsteking van de hersenen
  • Trauma (ongeluk)
  • Vaak een onbekende oorzaak....

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe zien insulten eruit?
Epileptische aanvallen kunnen er heel verschillend uitzien. 

  • De één is bewusteloos, valt en gaat schokken met armen en benen.
  •  De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. 
  • Het bewustzijn kan verlaagd zijn. 
  • Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet op aanspreken.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Absence
Absences zijn een bepaald type epileptische aanvallen die enkele seconden duren.
Tijdens een absence is iemand kortdurende buiten bewustzijn, hebben mensen een starende blik en komen er vaak automatische bewegingen in het gezicht of met de handen voor.

Slide 9 - Slide

absence wordt ook wel petit (klein) mal (aanval) genoemd

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Status Epilepticus
  • Normaal gesproken houden epileptische aanvallen vanzelf op na seconden tot enkele minuten.
  • Als dit niet het geval is, spreken we van aanval ontregeling. Wanneer een aanval langer dan 5 minuten duurt, is er sprake van een status epilepticus
  • Een status epilepticus kan bij alle vormen van epilepsie optreden, maar komt bij sommige vormen vaker voor dan bij andere. Om een status te beëindigen, is medisch ingrijpen vaak noodzakelijk

Slide 12 - Slide

Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
Schade door Status Epilepticus
Een status epilepticus is gevaarlijk en kan blijvende schade veroorzaken. 
.   

Slide 13 - Slide

Vormen van status epilepticus
Convulsieve status: dan zijn er continu spiertrekkingen of krampen, zoals bij een tonisch-clonische aanval. De ademhaling wordt daardoor onderbroken, wat levensbedreigend is. Non-convulsieve status: dan zijn er geen trekkingen of krampen. Iemand kan bij deze status blijven ademhalen
ga in groepje van 2 of 3 met elkaar aan de slag met de volgende vragen:
* welke medicatie word er gegeven voor behandeling / voorkoming bij epilepsie: hoe werken ze?
* Wat zijn de nadelige gevolgen van deze medicatie?
* wat geef je bij een epileptische aanval?
klassikaal nabespreken.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat doet de medicatie:
Middelen tegen epilepsie worden ook wel anti-epileptica genoemd. Ze beïnvloeden de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen die epileptische aanvallen kunnen oproepen. Hierdoor treden epilepsieaanvallen minder vaak op en zijn ze minder heftig. .

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden zijn
arbamazepine, diphantoïne, ethosuximide, fenobarbital, fenytoïne, gabapentine, lacosamide, levetiracetam, pregabaline, primidon, rufinamide, topiramaat, valproïnezuur, vigabatrine en zonisamide

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

diazepam, midazolam, clonazepam en lorazepam
Benzodiazepinen
Benzodiazepinen beïnvloeden prikkels in de hersenen die epileptische aanvallen kunnen oproepen. Ze worden daarom gebruikt om epileptische aanvallen te stoppen. Voorbeelden zijn diazepam, midazolam, clonazepam en lorazepam
Het vermindert ook de kans op een epileptische aanval.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat doet midazolam bij epilepsie?
Welke medicatie kan je geven bij epilepsie?
Midazolam is een middel dat een epileptische aanval kan laten stoppen. Het medicijn wordt door het neusslijmvlies opgenomen en komt zo in het bloed terecht. Het is een snelwerkend middel. Meestal stopt de aanval dan na één tot twee minuten.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Complicatie Let op!!!
Houd de ademhaling van de cliënt in de gaten. Wanneer noodzakelijk, waarschuw de arts.

Neem meteen de tijd op, dit moet een arts weten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Schizofrenie 
Schizofrenie is een ernstige en complexe psychiatrische ziekte, die gepaard gaat met psychoses. Bij deze hersenaandoening verliest iemand het contact met de werkelijkheid

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Symptomen
Positief en Negatief

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Positieve symptomen



Hallucinaties: Waarnemingsstoornis.
Wanen: Denkstoornis (overtuigingen of gedachten)
Verward denken: denken chaotisch, te snel, of te langzaam verlopen
Agitatie


Negatieve symptomen


Staren
Lusteloosheid
Niet of nauwelijks praten
Weinig energie
Gestoord dag en nacht ritme
Gebrek concentratie
Sociale contacten vermijden.
Negatieve symptomen zijn gedragspatronen die er voorheen wel waren.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken
Biologische factoren
Psychische en sociale factoren.



Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
Medicatie:
korte en lange termijn

Psychologische behandeling en therapieën

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Psychose. Verstoorde realiteitstoetsing..
Het belangrijkste kenmerk van een psychose is dat je het contact met jezelf en/of de buitenwereld verloren bent

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Mensen met een psychose
Je ziet, hoort en voelt dingen die andere mensen niet waarnemen
ze beleven alles levensecht.
chaotische gedachten
ervaren  een grote leegte; ze voelen niets meer.
ernstige angsten
volledig initiatiefloze, apathische toestand raken
juist heel druk en chaotisch gedrag vertonen
overvallen worden door uitbarstingen van agressie.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

antipsychotica
worden gebruikt bij psychose

Bij schizofrenie: eerst pillen, dan praten

overige aandoeningen

Slide 30 - Slide

Antipsychotica worden gebruikt bij psychosen en dus ook bij schizofrenie.
Het is bij schizofrenie erg belangrijk dat er eerst medicatie geslikt wordt en daarna pas wordt gepraat met een psychiater, zodat de patiënt rustiger wordt en zo meer heeft aan het praten met een psychiater.
Ze kunnen ook bij andere aandoeningen gebruikt worden bipolaire stoornissen, maar ook bij chronische hik, kalmering van onrustige demente ouderen, autisme, misselijkheid en braken.….
Ze hebben een krachtig kalmerend effect, maar ze zijn niet slaapverwekkend. Ze hebben een remmende invloed op de geestelijke activiteit, waardoor hallucinaties afnemen.

medicatie
Medicijnen voor de korte termijn
In de acute, psychotische fase krijg je antipsychotica. Ze gaan psychotische verschijnselen zoals wanen en hallucinaties tegen en ze zijn kalmerend.
Medicijnen voor de lange termijn
om psychoses te voorkomen. Ook als alle verschijnselen al verdwenen zijn.

Een belangrijk onderdeel van deze behandeling is dan ook dat je inzicht krijgt in je eigen stoornis, zodat je je medicijnen blijft nemen.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Werking Anti Psychotica
* Impulsoverdracht in het zenuwstelsel wordt beïnvloed
* Krachtig kalmerend effect
*Psychische activiteit remmend; 
opwinding neemt af, hallucinaties verliezen hun kracht

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden anti-psychotica: 

Haloperidol/Haldol 
Pipamperon/Dipiperon
Olanzapine  
Risperdon/Risperdal 
Clozapine 
Seroquel 
Lithium
Website psychofarmaca medicatie
https://www.zorgvoorbeter.nl/zorg-en-dwang/psychofarmaca/medicatie-ouderen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen Anti Psychotica
-Negatieve invloed op bewegingsmotoriek;
Bewegen en lopen houterig worden, 
minder goed gecoordineerd
- Slaperigheid, droge mond, hoofdpijn, gewichtstoename

Slide 34 - Slide

This item has no instructions