oa ped. S&O hst 3.6 toekomstgericht onderwijs

• OA pedagogiek
• MBO
• Studiejaar 3

School & Didactiek hoofdstuk 3.6

   Toekomstgericht onderwijs

lesdoelen

verschillende vormen van toekomstgericht onderwijs kennen

verschil cognitief en conatief

toekomstgericht onderwijs

Welke vaardigheden zijn er nodig in de toekomst?

cognitief: 

analyseren

gebruik maken van informatie

aanpakken van complexe zaken en problemen

conatief:

jezelf kennen en beheersen

begrijpen van anderen

interactie met anderen

Eigen leerproces sturen

niet meer: kennisoverdracht door docenten

maar: gepersonaliseerd leren:

-Individuele leerroutes m.b.v. ICT

-Leerling stuurt eigenleerproces

-Verbindt leren aan: 

                 interesses

                 passies

                 ambities

-Leerling houdt eigen voortgang bij in digitaal portfolio

-Toetsen zijn er om te leren, niet om te checken

Vernieuwende onderwijsconcepten:

Scholen zijn vrij om te kiezen voor een onderwijsconcept dat bij ze past.

        Hoe worden de leerlingen gezien?

       Welke aspecten van leren krijgen de nadruk?

Probleemgestuurd onderwijs

De stappen van de zevensprong:

1: verhelderen onduidelijke termen en begrippen

2: definieer het probleem

3: analyseer het probleem

4: inventariseer deelproblemen

5: leerdoelen en zelfstudie opdrachten formuleren

6: uitwerken zelfstudie opdrachten

7: rapporteer resultaten en toets gevonden oplossingen

Taken van de tutor:

- Actieve en geïnteresseerde houding

- Sturen van het groepsproces

- Kritische en inhoudelijke vragen stellen

- Kennis delen met mate

- Begeleiden bij de 7 stappen

Ontwikkelingsgericht onderwijs:

zone van naaste ontwikkeling

werken aan een thema

per klas, iets wat spontaan naar voren komt

een aantal weken, aantal vakken, ontwikkelingsgebieden,

soms schoolbreed

startactiviteit, afsluiting

Ervaringsgericht onderwijs

welbevinden

betrokkenheid

leerling moet zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd voelen

houd rekening met het juiste ontwikkelingsniveau, leervermogen van het kind, sluit daarbij aan, daag uit.

kring is ontmoetingsplek om gedachten en ervaringen uit te wisselen, te overleggen en te plannen.

Opdrachten zijn contractwerk: ze gaan er zelf mee aan de slag en weten wanneer het af  moet zijn.

In groepen werken aan projecten of in ateliers

begeleiding: observeren, rijke leeromgeving

Opbrengstgericht werken

Ontstaan vanuit wens om taal- en rekenprestaties te verbeteren.

Doelen en leerresultaten zijn meetbaar

     leerprestaties

     sociaal-emotionele resultaten

     tevredenheid van leerlingen en ouders

Hoge verwachtingen