HF3 De bank en jouw geld

HF3: De Bank en jouw geld
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HF3: De Bank en jouw geld

Slide 1 - Slide

Ahmet ziet bij Jack & Jones een jas hangen. Een vergelijkbare jas is bij The Sting € 20 goedkoper.
Welke geldfunctie herken je hier?
A
Rekenmiddel
B
Spaarmiddel
C
Ruilmiddel

Slide 2 - Quiz

Tom rekent zijn nieuwe tennisracket van € 129 contactloos af bij Sport3000. Welk gevolg heeft dit voor zijn hoeveelheid chartaal geld en giraal geld?

Slide 3 - Open question

Noem twee voorbeelden van elektronisch betalen.

Slide 4 - Open question

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?

A
Op een jongerenrekening mag je niet rood staan.
B
Als het saldo op je bankrekening positief is, dan heb je een debetsaldo.
C
Bij een tekort op je bankrekening moet je rente betalen.
D
Als het saldo op je bankrekening positief is, dan heb je een creditsaldo.

Slide 5 - Quiz

Spaarmotieven
Doel
Voorzorg
Rente

Slide 6 - Drag question

4

Slide 7 - Video

01:41
Hoe je het als je geld leent om een duurzame consumptiegoed te kopen?

Slide 8 - Open question

02:03
Soorten leningen, Welk plaatje moet waar? 
Hypotheek lening 
Persoonlijke lening 
Doorlopend krediet 
Rood staan 

Slide 9 - Drag question

02:03
Als je een doorlopend krediet van € 10.000 hebt en je hebt
€ 6.500 opgenomen, € 3.500 afgelost.
Kun je nog € 5.000 opnemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

02:42
Bij welke lening wordt een gekochte huis een onderpand?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Hypotheek
D
Koop op afbetaling

Slide 11 - Quiz

Faris heeft € 25.000 op een spaarrekening staan. De rente is 0,6%.
Bereken zijn rente na 3 jaar.

Slide 12 - Open question

Wat zijn de kredietkosten bij een looptijd van 36 maand?


Slide 13 - Open question