1. Je kunt redenen noemen om een eigen bedrijf te starten
2. Je kunt verschillende ondernemingsvormen beschrijven
3. Je kunt uitleggen hoe wettelijke aansprakelijkheid afhankelijk is van de ondernemingsvorm
4. Je kent het verschil tussen een werkgever en een werknemer
5. Je kunt voorbeelden geven van (niet) commerciële ondernemingen