Introductie Levensbeschouwing

     Godsdienst/Levensbeschouwing

1 / 20
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

     Godsdienst/Levensbeschouwing

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?


  • Huiswerk nakijken
  • Lesdoelen bekijken
  • Intro Thema 1 'Thuis'
  •  Opdracht 

Slide 2 - Slide

Wat betekent levensbeschouwing?
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Jodendom
  • Oudste geloof met één god. 
  • Abraham als stamvader
  • Synagoge
  • Sabbat  




  • Zeven-armige kandelaar is het joodse symbool.  
 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Christendom
  • Er is één God en Jezus in Zijn Zoon
  • Kerk
  • Bijbel




  • Het kruis is het symbool van het christendom

Slide 6 - Slide

Islam
  • 7e eeuw gesticht door Mohammed. 
  • Koran 
  • Mekka

5 zuilen van de Islam:  
  • Geloofsbelijdenis 
  • Het dagelijks gebed 
  • Het helpen van de armen 
  • Het vasten in de ramadan 
  • De bedevaart naar mekka                                                                       

  •  De Islam heeft de maansikkel met ster als symbool.  

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Hindoeïsme
  •  Meerdere goden 
  • Thuisaltaar
  • Tempel

  •  Het heilig symbool: Aum teken

Slide 9 - Slide

Boedhisme
  •  Ontstaan uit hindoeïsme
  • Vernoemd naar Siddartha, die Boeddha wordt genoemd 


  • Het wiel met acht spaken is het boeddhistische symbool. 

Slide 10 - Slide

Humanisme
  • Geen godsdienst
  • Mens staat centraal 


  • Het symbool voor het humanisme lijkt op een mens.  

Slide 11 - Slide

Ietsisten
  • Geloven wel in iets, maar weten niet precies wat ze moeten geloven.

  • Het symbool voor de Ietsisten is het vraagteken.  

Slide 12 - Slide

A-godsdienstigen 
  • Mensen die zich helemaal niet bezig houden met het geloof. 

  • Het symbool voor A-godsdienstigen is een 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

1.1 Thuis zijn

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  1. Ik weet wat levensbehoeften zijn. 
  2. Ik kan vertellen wat het verschil is tussen 'huis' en 'thuis'.
  3. Ik kan kort aangeven wat het woord thuis voor mij betekent.

Slide 16 - Slide

Levensbehoefte=
Wat je nodig hebt om te leven; eten/drinken, onderdak en kleding.

Slide 17 - Slide

timer
0:30
Wat is ervoor nodig om je 'thuis' te voelen?

Slide 18 - Mind map

Wat heb je vandaag geleerd?
Noem 2 dingen
timer
0:30

Slide 19 - Open question

Opdracht: Collage
Maak een digitale collage over 'Thuis'. Hoe ziet 'thuis' er voor jou uit? 
Denk aan:
- Spullen die je eventueel nodig hebt om je thuis te voelen
- Mensen die ervoor zorgen dat je je thuis voelt
- Gevoelens die bij 'thuis' horen
- Normen en waarden (regels) die belangrijk zijn

Bewaar dit document goed, want deze dien je uiteindelijk in te leveren in jouw porfolio.

Slide 20 - Slide