Fundament Online Domein C1 - Hoofdstuk 3.3 Webservices

Gestructureerde data
(Webservices)

Examenprogramma informatica
Domein C
1 / 26
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Gestructureerde data
(Webservices)

Examenprogramma informatica
Domein C

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je wat een webservice is en ken je de formaten waarin gegevens worden aangeboden.

Slide 2 - Slide

Informatieverwerkingsschema
Invoer
Verwerking
Opslag
Uitvoer

Slide 3 - Slide

Een database beheren
Een database wordt beheerd met een databasemanagementsysteem (DBMS). 

Een DBMS is software voor het opzetten, raadplegen, onderhouden en bewaken van databases. 

Slide 4 - Slide

Relationele database
Een veelgebruikte soort DBMS is de relationele DBMS. Daarin worden relationele databases gebruikt. In zo'n database is de data ondergebracht in tabellen. Die tabellen zijn aan elkaar gekoppeld via een sleutel.

Een supergeorganiseerde kast waarin je informatie opslaat. 
Stel je voor dat elke lade in de kast een tabel is met informatie. 

Slide 5 - Slide

DBMS vs RDBMS
Het grootste verschil tussen DBMS en RDBMS is dat het DBMS een software is die helpt bij het maken en beheren van databases, terwijl RDBMS een type DBMS is dat is gebaseerd op het relationele model.

Slide 6 - Slide

Wat is het voordeel van een relationele database?

Slide 7 - Open question



  • Netjes en Overzichtelijk: Rijen & kolommen
  • Geen Dubbele gegevens
  • Slimme Zoekopdrachten: SQL = vraagtaal voor zoeken
  • Veilig: Versleuteld
  • Samenwerken is mogelijk:  Gegevens gaan niet door elkaar
  • Sterk en Stabiel: Het is heel sterk en valt niet uit elkaar, zelfs niet als je er heel veel informatie in stopt.

Slide 8 - Slide

Een tabel
  • Een tabel bestaat uit rijen en kolommen.
  • Bij een rij gaat het om de horizontale hokjes van links naar rechts.
  • Bij een kolom gaat het om de verticale hokjes van boven naar beneden. 
  • Die rijen en kolommen verdelen het rekenblad in cellen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De kolommen heten: velden of attributen
De rijen heten: records of entiteiten

Slide 11 - Slide

Een database bestaat uit tabellen. Als je naar een tabel in een database kijkt, wat staat er dan in een kolom?

Slide 12 - Open question

En wat staat er in een rij?

Slide 13 - Open question

Apps en gegevens
Veel apps maken gebruik van gegevens uit één of meer databases. Deze gegevens komen over het algemeen niet direct uit een database. Vaak zit er tussen de app en de database nog een webservice.

Slide 14 - Slide

Bedenk een reden waarom een app niet direct gegevens uit een database zou halen, maar gebruik maakt van een zogenaamde webservice.

Slide 15 - Open question

Webservices

Slide 16 - Slide

Webservices
Een webservices is dus een service die zit tussen de echte database en een app. Een app kan een verzoek (request) om gegevens doen. De webservice zorgt ervoor dat de gegevens naar de app komen.

Slide 17 - Slide

Gebruik webservice
Veiligheid: Voorkomt ongeautoriseerde toegang en datalekken.
Schaalbaarheid: Beheert grote aantallen gebruikersverzoeken zonder de database te overbelasten.
Compatibiliteit: Zorgt voor communicatie tussen verschillende soorten databases en apps.
Onderhoud: Maakt updates en onderhoud van de database mogelijk zonder de app-functionaliteit te verstoren.
Efficiëntie: Optimaliseert en versnelt de toegang tot gegevens voor de app.

Slide 18 - Slide

Belangrijkste = veiligheid:
  • Bescherming ongeautoriseerde toegang en potentiële datalekken. 
  • Door een webservice te gebruiken, kun je strikte controlemechanismen implementeren over wie toegang heeft tot de gegevens en hoe die gegevens worden gedeeld en aangepast. 
  • Privacy gebruikers waarborgen

Slide 19 - Slide

Voordelen webservice
Webservices hebben twee voordelen:

  1. Het ophalen van gegevens gaat veel makkelijker dan wanneer er gecommuncieerd moet worden met een database

  2. Het is veiliger, omdat de app de database zelf niet kan benaderen.

Slide 20 - Slide

Soorten webservices
Er zijn verschillende soorten webservice, de meest gebruikte zijn: REST API, SOAP API en RSS.

Slide 21 - Slide

Taal van webservices
Een webservices zal altijd op een vastgelegde wijze gegevens verstrekken. Vaak is dit in XML-formaat of JSON-formaat.


Slide 22 - Slide

Zelf aan de slag met webservices
Ga naar www.fundament-online.nl en log in met je gebruikersnaam en wachtwoord. Maak de opdrachten van paragraaf 3.2 & 3.3.

Slide 23 - Slide

Wat is het doel van een webservice?
timer
1:00

Slide 24 - Open question

Wat heb je deze les geleerd?
timer
1:00

Slide 25 - Open question

Is er iets dat je niet hebt begrepen?

Slide 26 - Open question