Wisselkoersen

Bij hoogconjunctuur mag je denken aan
A
Het gaat goed met de economie
B
Het gaat gemiddeld met de economie
C
Het gaat slecht met de economie
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bij hoogconjunctuur mag je denken aan
A
Het gaat goed met de economie
B
Het gaat gemiddeld met de economie
C
Het gaat slecht met de economie

Slide 1 - Quiz

De formele omschrijving van hoogconjunctuur is
A
De groei van het nationaal inkomen is groot
B
De %groei van het nationaal inkomen is groter dan gemiddeld
C
De %groei van het reële BBP is groter dan gemiddeld

Slide 2 - Quiz

Welke indicator zal afnemen bij een hoogconjunctuur?
A
Belastingontvangsten
B
Investeringen bedrijven
C
Uitkeringen
D
Inflatie

Slide 3 - Quiz

Het verschil tussen recessie en depressie kun je beschrijven met
A
Recessie is minder erg
B
Recessie is 2 kwartalen krimp en depressie 3 kwartalen
C
In beide gevallen daalt het reële BBP

Slide 4 - Quiz

Wat is een probleem bij hoogconjunctuur?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Afname financieringstekort
C
Tekort op lopende rekening
D
Stijging van de lonen

Slide 5 - Quiz

Het beleid van de overheid is tegengesteld aan de conjuncturele ontwikkeling. Welk beleid is van toepassing?
A
Anti-cyclisch (begrotings)beleid
B
Pro-cyclisch (begrotings)beleid

Slide 6 - Quiz

Bespreken opdracht 7 t/m 14

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wisselkoersen

- Ontstaan door vraag en aanbod


- Appreciatie, koers stijgt

- Depreciatie koers daalt

Slide 9 - Slide

Maken opdracht 18

Slide 10 - Slide

Wisselkoersen en betalingsbalans

Positief saldo betalingsbalans --> wisselkoers apprecieert --> export van goederen en diensten daalt en import stijgt --> betalingsbalans komt in evenwicht.


Negatief saldo betalingsbalans --> wisselkoers deprecieert --> export van goederen en diensten stijgt en import daalt --> betalingsbalans komt in evenwicht.

Slide 11 - Slide

Maken opdracht 20

Slide 12 - Slide

Opdrachten

Opdracht 15 t/m 17,22,26,29

Doorlezen hoofdstuk 3

Slide 13 - Slide