Spreekwoorden en uitdrukkingen

Spreekwoorden & gezegdes
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spreekwoorden & gezegdes

Slide 1 - Slide

Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen

Spreekwoord
Een spreekwoord is onveranderlijk. Je gebruikt dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is). Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’


Slide 2 - Slide

Gezegde
Vaste reeks woorden met een vaste betekenis

Voorbeeld: `Een voorbeeld van een gezegde is 'met hart en ziel'.`

Slide 3 - Slide

Welk spreekwoord? 

Slide 4 - Slide

Welk spreekwoord? 

Slide 5 - Slide


Je wilt toch weten wat voor vlees je in de.....
A
kist hebt
B
kuip hebt
C
tas hebt
D
kast hebt

Slide 6 - Quiz


Slapen als een..
A
marmot
B
vos
C
beer
D
neushoorn

Slide 7 - Quiz


Zo arm als een..
A
rat
B
luis
C
dode muis
D
kerkrat

Slide 8 - Quiz


Dweilen met de kraan open.
Betekenis?
A
Werk verrichten zonder succes.
B
Het niet meer zien zitten.
C
Altijd maar bezig zijn.
D

Slide 9 - Quiz


Twee handen op één..
A
buik
B
schouder
C
pruik
D
tafel

Slide 10 - Quiz


Spreekwoord:

Een ....... op iemand hebben.
A
Dagje
B
Hartje
C
Oogje
D
Crush

Slide 11 - Quiz

Wat betekent dit spreekwoord?
A
Je kan goed blaffen.
B
je laat je boterham met kaas niet afpakken
C
Je kan goed voor jezelf opkomen.
D
Je houdt van kaas.

Slide 12 - Quiz

Wat zijn spreekwoorden? 
Sleep hierheen! 
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
De duurzame energie.
Voorkomen is beter dan genezen
Een luchtje scheppen

Slide 13 - Drag question

Wie A zegt, moet ook B zeggen.
Jij hebt ook echt een gat in je hand!
uitdrukking
spreekwoord
Als je ergens aan begonnen bent, dan moet je dat ook afmaken.
Niet met geld om kunnen gaan.

Slide 14 - Drag question

sleep het plaatje naar het juiste spreekwoord
Achter de wolken schijnt zonneschijn

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in
De appel valt niet ver van de boom
Een kat in het nauw maakt rare sprongen

Slide 15 - Drag question

Opdracht:
  1. Kies 10 spreekwoorden/uitdrukkingen uit van de lijst.
  2. Maak een goede zin met het spreekwoord/uitdrukkingen.
  3. Schrijf een stukje over de herkomst van het spreekwoord/uitdrukkingen. 

Dit is een lesopdracht. Deze opdracht geef ik niet als huiswerk mee.

Slide 16 - Slide

Waar kan ik infomatie vinden? 
  1. https://spreekwoorden.nl
  2. https://www.scientias.nl/komen-spreekwoorden-vandaan/
  3. https://schrijvenonline.org/dossier/herkomst-van-spreekwoorden-en-gezegden
  4. https://isgeschiedenis.nl/rubrieken/historische-uitdrukkingen
  5. https://onzetaal.nl/taaladvies/thematisch/uitdrukkingen-en-spreekwoorden/

Slide 17 - Slide

Waarom moeten we dit leren? 
Spreekwoorden en gezegden zitten in ons dagelijks taalgebruik ingebakken!

Volgende week dinsdag krijg je hier een toets over. Deze toets is onderdeel van het woordendossier. 

Slide 18 - Slide

Wat lever je in?

  • In totaal 10 spreekwoorden en/of uitdrukkingen
  • Foto  waarop het spreekwoord/ de uitdrukking wordt uitgebeeld 

  • Een uitleg van de betekenis van het spreekwoord/gezegde
  • 1 juiste zin met het spreekwoord/uitdrukking (in tekst of film)

  • De herkomst van het spreekwoord/uitdrukking wordt uitgelegd door een stukje geschreven tekst.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide