Zinnen maken

7 uur
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

7 uur

Slide 1 - Slide

in bed

Slide 2 - Slide

uit bed

Slide 3 - Slide

koffie

Slide 4 - Slide

ei

Slide 5 - Slide

kaas

Slide 6 - Slide

krant

Slide 7 - Slide

fiets

Slide 8 - Slide

winkel

Slide 9 - Slide

brood

Slide 10 - Slide

boter

Slide 11 - Slide

kaas

Slide 12 - Slide

melk

Slide 13 - Slide

koffie

Slide 14 - Slide

pinpas

Slide 15 - Slide

het is 7 uur

Slide 16 - Slide

Ik lig in bed

Slide 17 - Slide

Ik kom uit bed.

Slide 18 - Slide

Ik drink koffie.

Slide 19 - Slide

Ik kook een ei

Slide 20 - Slide

Ik eet brood met kaas.

Slide 21 - Slide

Ik lees de krant.

Slide 22 - Slide

Ik pak mijn fiets

Slide 23 - Slide

Ik ga naar de winkel.

Slide 24 - Slide

Ik koop brood en boter.

Slide 25 - Slide

Ik koop ook kaas en melk.

Slide 26 - Slide

Ik pin met mijn pinpas.

Slide 27 - Slide

Ik fiets naar huis.

Slide 28 - Slide

Wat doet zij?
A
Zij naar huis fietst.
B
Zij fietst naar huis.

Slide 29 - Quiz

Wat doet hij?
A
De krant hij leest.
B
Hij leest de krant.
C
Hij de krant leest.

Slide 30 - Quiz

Wat doet zij?
A
Zij de winkel gaat.
B
De winkel gaat zij.
C
Zij gaat naar de winkel.

Slide 31 - Quiz

Wat doen wij?
A
Wij drinken koffie.
B
Ik drinken koffie.
C
Hij drinken koffie.

Slide 32 - Quiz

Wat doe ik?
A
Ik koken een ei.
B
Ik kook een ei.

Slide 33 - Quiz

koken
ik .............

Slide 34 - Open question

lezen:
ik ..............

Slide 35 - Open question

pakken:
ik ................

Slide 36 - Open question

eten:
ik ..............

Slide 37 - Open question

pinnen:
ik ...........

Slide 38 - Open question

Ik koop brood.
Ik pak de fiets.
Ik lees de krant.
Ik eet brood met kaas.
Ik kook ei.
Ik pin met  mijn pas. 

Slide 39 - Drag question

Wat eerst en wat daarna?
Het is 7 uur.
Ik lig in bed.
Ik ga uit bed.

Slide 40 - Drag question

Klik op de audio hotspot, luister naar het fragment en sleep het naar de juiste persoon of gebeurtenis

Slide 41 - Drag question

in bed Ik lig .

Slide 42 - Open question

naar de winkel ga Ik .

Slide 43 - Open question

en Ik boter koop . brood

Slide 44 - Open question

Ik fiets. mijn pak

Slide 45 - Open question