Unidad 3 CG2 Primera parte

Programa:
 Unidad 3:                          
- Verschil tussen Imperfecto &  indefinido 

- Wederkerend vorm of niet
- Verkleinwoorden
                     
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansHBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Programa:
 Unidad 3:                          
- Verschil tussen Imperfecto &  indefinido 

- Wederkerend vorm of niet
- Verkleinwoorden
                     

Slide 1 - Slide

Unidad 3 ¿ Te acuerdas?
p.29

                                  Un poco de nostalgia
  • Lees en onderstreep de verleden tijden
  • er staat één indefinido , waarom staat dit ww in de       indefinido?  

Slide 2 - Slide

¿Qué hacías/ qué libros leías....? p.29 tb
¿ Recuerdas?  

 Tijdsaanduidingen: 
A los 8 años .... 
Cuando tenía 10 años ... 
Cuando vivía com mis padres ... 
Cuando iba al colegio ... 
Antes...




Activiteiten
jugar-juegos
ver-películas/programas de tele
leer-libros
pasar- las vacaciones
comer-desayuno


Ej: Cuando tenía 14 años veía mucho la tele. Veía programas como Tom y Jerry, Dragon Ball Z

Slide 3 - Slide

Un cuento antes de dormir  p.30
                 Rosa nos va a contar una anécdota de su infancia
Wat is de juiste volgorde van dit verhaal?


10
Después de algunas frases mi hermana se durmió
Mi hermana menor me pidió un cuento para poder dormirse
Repetí otra vez el cuento
Al día siguiente mi hermana me preguntó ¿Cómo terminó el cuento?
Al terminar el cuento, yo también me dormí
Así que empecé a contar un cuento
Pero yo seguí con el cuento hasta el final
oplossing
3
1
7
6
5
2
4

Slide 4 - Slide

  •           el perfecto  CG 1
  •           el indefinido CG 2 U 1
  •           el imperfecto CG 2 U 2

en nu  CG2 U3......het verschil indefinido/ imperfecto

Slide 5 - Slide

POEH
( Plotselinge, Opeenvolgende, Eenmalige, Historische handelingen /gebeurtenissen)


Het is als een film. Het verhaal gaat verder.
  • Geeft gebeurtenissen aan die op een bepaald moment in het verleden plaats vonden.                                                                             Ej. Ayer fui a Málaga. (Gisteren ging ik naar Málaga)
  • Deze gebeurtenissen zijn afgesloten en hebben geen verband met het heden.          
  • Ej.Juan compró un libro (Juan kocht en boek)

Slide 6 - Slide

Indefinido


=   Duidelijk begin / eind
signaalwoorden
Anteayer, ayer, anoche
La semana pasada
El año, el mes, el verano pasado
El otro día, el lunes,…..
Hace 1,2,3 día(s), mes(es), año(s)
En marzo, abril, mayo
En 1996…..
El 14 de febrero 
De pronto




Eergisteren, gisteren, vannacht
Vorige week
Vorig jaar, maand, zomer
Onlangs, ( afgelopen)maandag....
1,2,3 dagen/maanden/jaren geleden
In maart, april, mei
In 1996...
14 februari
plotseling


Slide 7 - Slide

Todavía había luz: 
Er brandde nog licht...
In een  verhaal gebruiken we  de imperfecto om te beschrijven.  Het is als een foto
- we stoppen het verhaal en geven details 
over :
de situatie
de plaats 
de personages  
wat ze denken 
wat ze aan het doen zijn 
en  acties die herhaald worden

Slide 8 - Slide

El pretérito imperfecto  ( GRAB)
Gewoonte, Reden, Achtergrondinformatie ,Beschrijving )
  • Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden.
      Mi abuelo era alto y llevaba gafas.
  • Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
     Cuando vivía en Salamanca iba todos los días a la piscina.
  • Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal. 
 ¿Por qué no fuiste de vacaciones? No tenía dinero
  • Voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto
      La tortuga  se encontró con un ratón que estaba en la playa.

Slide 9 - Slide

Indefinido versus Imperfecto
  Waarom staan deze werkwoorden in de indefinido of imperfecto vervoegd?

Fui al supermercado para comprar patatas. Cuando estaba en la caja me di cuenta que no llevaba la cartera, por eso volví   a casa sin las patatas.

Ik ging naar de supermarkt om aardappelen te kopen. Toen ik bij de kassa stond, realiseerde mij dat ik mijn portemonnee niet bij me had. Daarom ben ik thuis teruggekomen zonder aardappelen


Slide 10 - Slide

 Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido ( fui)
1.Fui al supermercado para comprar patatas.......
( ik ging naar de supermarkt om aardappelen  te kopen...)
3. me di cuenta que...
( ik realiseerde me dat... )
por eso 5.volví a casa sin las patatas
( daarom  ben ik  thuis gekomen zonder de aardappelen).

 
 Voor de situaties waarin de gebeurtenissen plaatsvinden gebruik  je de imperfecto             (estaba). 
....Cuando 2.estaba en la caja... (....toen ik bij de kassa stond)
...no 4. llevaba la cartera....
( ik had mijn portemonee niet bij me)

Slide 11 - Slide

Lees el ratoncito Pérez ( ej.3),  en onderstreep indefinido en imperfecto (ej. 4. ) en maak ej. 4b p.32
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Recuerda
p.31 tb
Dormir: slapen
Dormirse: In slaap vallen

  • Sommige werkwoorden hebben  ook  een wederkerende variant, met een verschil van betekenis bij wederkerend gebruik .

Slide 13 - Slide

Wederkerende vorm of niet?
oef. 8a pag 31 wb
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Diminutivos (verkleinwoorden) = tje
  • woorden met uitgang op  -o/ -a  worden verkleind : -ito(s)/ -ita(s).
hermano: hermanito / manzana: manzanita 
  • woorden met uitgang op -e/ -n/ -r worden verkleind : -cito(s)/ -cita(s).
coche:cochecito/ ratón: ratoncito  / calor: calorcito 
  • woorden met uitgang op een medeklinker (geen -n/-r) worden verkleind  : -ito/ -ita.
ángel:angelito /  marqués: marquesito / lápiz :  lapicito

                                                          WB. pag. 32 oefening 10

Slide 15 - Slide

 Los deberes  
  • Unidad 3: oef. 1 t/m 10 wb pag.29 t/m 32
  • TT Unidad 1 y 2 op de portal

Slide 16 - Slide