Laatste check na oefentoets

• Frans
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Laatste check

Eerst wat woordjes en zinnetjes.

Geef snel antwoord!

la fois

1. de tijd
2. de keer

surtout

1. vooral
2. overal

je m'entraine

1. ik slaap
2. ik train

mettre

1. lijken op
2. leggen, zetten

participer

je crois

même

Non, je ne suis pas en forme.

Ontkenning

Ne/n' vóór de persoonsvorm en pas/plus/rien/etc. direct achter de persoonsvorm.

ne ... rien

1. niets
2. niet

ne ... pas encore

1. niet meer
2. nog niet

Je suis malade. (nooit)

Il aime les endives. (niet meer)

Vragen stellen zonder vraagwoord

Kan op 2 manieren:

1. Gewone zin + ?

2. Est-ce que + gewone zin + ?

Let op!

est-ce que wordt est-ce qu' als het volgende woord met een klinker begint!

Elle arrive à 9 heures?

1. Est-ce que elle arrive à 9 heures?
2. Elle est-ce qu'arrive à 9 heures?
3. Est-ce qu'elle arrive à 9 heures?
4. Elle arrive à 9 heures est-ce que?

Tu donnes un cadeau.

Vragen stellen met vraagwoord

Kan op meerdere manieren:

1. (Meestal) vraagwoord voor + gewone zin + ?

2. (Meestal) gewone zin + vraagwoord achter + ?

3. Vraagwoord + est-ce que + gewone zin + ?

In de toets krijg je vragen die je op al deze bovenstaande manieren kunt maken.

Tu as fait ça? (comment)

1. Comment est-ce que tu as fait ça?
2. Est-ce que comment tu as fait ça?
3. Tu as fait ça est-ce que comment?
4. Comment tu as fait ça?

Nous partons. (quand)