Werkwoordspelling

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Tegenwoordige tijd: worden
De man (..) gearresteerd

Tegenwoordige tijd: verven
Ze (..) het schuurtje wit.

Tegenwoordige tijd: vinden
Ik (...) dat je helemaal niet aardig doet.

Tegenwoordige tijd: worden
(...) je vader mijn leraar geschiedenis?

Voltooid deelwoord: verven
Ze heeft de schuur wit (..)

Verleden tijd: beantwoorden
Gisteren (..) de docenten vragen over de toets

Voltooid deelwoord: herkennen
Ze hadden de bekende Nederland niet (..)

Tegenwoordige tijd: verbouwen
Jij (...) in je eentje je eigen huis?

Tegenwoordige tijd: stofzuigen
Ze (..) elke dag de kattenharen van de bank

Voltooid deelwoord: stofzuigen
Hij heeft in de vakantie elke dag bij de buren (..)

Verleden tijd: missen
Zij (..) hun vliegtuig door de file

Verleden tijd: starten
Afgelopen juni (..) hij met sporten

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk nw
De vergrootte/ vergrote foto hangt scheef aan de muur

Tegenw. tijd: herkennen
Zij (...) haar eigen dochter niet in die kleren

Voltooid deelwoord: verbouwen
Hij heeft in zijn eentje zijn eigen huis (...)

Tegenwoordige tijd: worden
(...) je niet doodmoe van je zusje?