3MB Bewegen hoe doen we dat?

Bewegen is een kunst
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bewegen is een kunst

Slide 1 - Slide

Pictogrammen in LessonUp
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Extra uitleg
Hotspot:
Filmpje kijken
Hotspot:
Link naar  toepasing
Opdracht in je learnbeat maken
Uitleg, tekst goed doorlezen
Hotspot:
Geluid luisteren

Slide 2 - Slide

Doelen
  • Je kan vier beenverbindingen beschrijven.
  • Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.
  • Je kan de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
  • Je weet hoe spieren het skelet bewegen 

Slide 3 - Slide

Vier beenverbindinge

Slide 4 - Slide

De 3 gewrichten
  • Er zijn 3 soorten gewrichten
  • Met elk soort gewricht kun je een andere beweging maken.

  1. Kogelgewricht: zit in je schouder, je arm kan alle kanten op bewegen
  2. Scharniergewricht: verbinding tussen de ellepijp en opperarmbeen. Kan maar in 1 richting heen en weer bewegen
  3. Rolgewricht: verbinding tussen je spaakbeen en ellepijp. Rond draaien

Slide 5 - Slide

Wervelkolom
  • Halswervels/nekwervels
  • Borstwervels
  • Lendewervels
  • Heiligbeen
  • Staartbeen

Slide 6 - Slide

Wervelkolom
  • Je wervelkolom bestaat uit een 'dubbele S-vorm'
  • Voor het veren van de wervelkolom
  • Voorkomt hoofdpijn


Slide 7 - Slide

  • Zenuwbanen lopen door de wervelkolom.
  • Kraakbeenschijven zorgen voor de beweging van de rug
  • Hernia is het bekneld raken van een zenuw.
wervelkolom

Slide 8 - Slide

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 9 - Slide

Bouw van de spier

Slide 10 - Slide

Werking spieren
Als een spier samentrekt, schuiven de spiervezels over elkaar. Hierdoor wodt de spier korter.
De pees, waarmee deze spier aan het bot vastzit, is niet elastisch en rekt niet mee.
Hierdoor trekt de spier aan het bot en vindt er een beweging plaats.

Slide 11 - Slide

Hoe laten spieren je botten bewegen?
  • Een spier zit met pezen vast aan een bot.

  • Als een spier samentrekt, wordt hij korter en dikker.

  • Als een spier ontspant, wordt hij langer en dunner.

Slide 12 - Slide

Wat zijn antagonisten? Voorbeeld?

Slide 13 - Slide

Antagonisten
• Antagonisten zijn"tegenwerkers"

• Een stel spieren die krachten leveren die het tegenovergestelde resultaat opleveren

• biceps = armbuigspier
• triceps = armstrekspier

Slide 14 - Slide

Soorten Spieren (HAVO)

3 soorten spieren:

  • Dwarsgestreepte spieren; kun je bewust aansturen (willekeurige spieren) zitten aan skelet of huid d.m.v. pezen
  • Gladde spieren; die kun je niet bewust aansturen (onwillekeurige spieren) zitten inwendig rond de bloedvaatjes, darmen of bronchieen
  • Hartspiercellen

Slide 15 - Slide

Spierblessures
Blessure = letsel bij sporten

  1. Spierpijn
  2. Spierkneuzing
  3. Spierkramp (te weinig bloed)
  4. Spierscheuring

Slide 16 - Slide

Blessures
een beschadiging aan een bot, gewricht of spier

Overbelasting= je spieren en gewrichten moeten te lang hard werken

Ontwrichting= de gewrichtsknobbel schtiet uit de gewrichtskom
Verstuiking= het gewrichtskapsel rekt te ver uit of scheurt in

Botbreuk= je botten zijn gebroken.
zetten= de arts zet de botstukken weer goed tegen elkaar. Daarna komt er gips omheen


Slide 17 - Slide

Aan de slag met Learnbeat.
timer
30:00
Laatste 15 minuten sluiten we klassikaal af. (10 vragen)
Zorg er voor dat je dan weer in deze vergadering (les) zit.
Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je vertellen hoe we kunnen bewegen met het skelet en spieren.
Kun je bereiken door:
Je kunt mij vragen stellen en elkaar helpen via teams
-Te lezen / bestuderen learnbeat H stevigheid beweging.
-Te maken: bewegen hoe doen we dat
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
De extra uitleg (video's) uit deze lessonup door te nemen.

Slide 18 - Slide

Huiswerk
biologie voor jou:
paragraaf: 4, 5 en 6

Slide 19 - Slide

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 20 - Quiz

Op welke manier zit de schedel vast?
A
vergroeiing
B
lijmverbinding
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 21 - Quiz

Welke beenverbindingen is 1
A
vergroeid
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 22 - Quiz

Je armen en benen bewegen door
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing

Slide 23 - Quiz

Kies het juist antwoord:
"Bekijk de afbeelding. Hoe zitten de botten aan elkaar vast
bij de pijl?"
A
Door een naad
B
Door kraakbeen
C
Door een gewricht

Slide 24 - Quiz

Gewricht
A
Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
B
Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten niet kunnen bewegen.
C
Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
D
Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.

Slide 25 - Quiz

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 26 - Quiz

Een gewricht bevat laagjes kraakbeen. Wat is een functie van deze laagjes kraakbeen?
A
Ze zorgen ervoor dat de botten niet slijten
B
Ze houden botten van een gewricht op hun plaats
C
Ze maken de botten van een gewricht buigzamer

Slide 27 - Quiz

Kijk naar de afbeelding. hoe wordt nummer 4 genoemd?
A
gewrichtsknobbel
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskom
D
gewrichtsbanden

Slide 28 - Quiz


Soort gewricht
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 29 - Quiz


Dit is een ..1.. gewricht.

Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. kogel 2. draaiende
B
1. scharnier 2. heen en weer
C
1. rol 2. draaiende
D
1. draai-rol 2. heen en weer

Slide 30 - Quiz

Extra uitleg filmpjes

Slide 31 - Slide

0

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video