This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Items in this lesson
Shock AFP leerjaar 3
opleiding tot MBO-verpleegkundige
Slide 1 - Slide
Welke factoren kunnen van invloed zijn op de RR?
A
hoeveelheid circulerend volume, kracht li ventrikel, perifere vaatweerstand
B
hoeveelheid circulerend volume, kracht re ventrikel, kracht li atrium
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Video
Wat is de eerste stap in de activatie van het RAAS-systeem bij lage bloeddruk?
A
Vrijgave van aldosteron uit de bijnieren
B
Vrijgave van renine door de nieren
C
Vorming van angiotensine II uit angiotensine I
D
Vasoconstrictie van de perifere vaten
Slide 4 - Quiz
Wat is de voornaamste functie van aldosteron in het RAAS-systeem?
A
Stimuleren van de hartfrequentie
B
Verlagen van de bloeddruk
C
Zout- en waterretentie via de nieren
D
Vasodilatatie van de bloedvaten
Slide 5 - Quiz
Welk effect heeft angiotensine II op het lichaam?
A
Verlaging van het bloedvolume
B
Verhoogde urineproductie
C
Vasoconstrictie en stimulatie van aldosteronafgifte
D
Remming van reninevrijgave
Slide 6 - Quiz
Aan welke symptomen moet je denken bij shock?
Slide 7 - Mind map
een shock op basis van een afname van circulerend volume
Een acute afname van de pompwerking van het hart (vooral linkerventrikel) kan leiden tot onvoldoende hartminuutvolume
er sprake van een mechanische obstructie in de circulatie.
hypovolemische shock
cardiogene shock
obstructieve shock
Slide 8 - Drag question
Wat kunnen oorzaken van shock zijn?
Slide 9 - Open question
Wat zijn oorzaken van een cardiogene shock?
A
tamponade, longembolie, bloeding
B
groot infarct hart, ernstige ritmestoornissen
C
3e graads brandwonden rondom thorax en buik
D
infarct, laag Hb
Slide 10 - Quiz
Wanneer is er sprake van een obstructieve shock?
Slide 11 - Open question
Wat zijn oorzaken van een obstructieve shock?
A
grote inwendige bloedingen in de grote bloedvaten
B
tamponade, longembolie, spanningspneumothorax
C
diep veneuze trombose, trombosebeen
Slide 12 - Quiz
Mw. X ligt op de verpleegafdeling en is geopereerd aan haar rechter heup. De operatie is goed verlopen. Tijdens de avonddienst tref je haar bleek aan in bed. De vitale functies die je meet zijn als volgt: RR 90/40, P115 reg./ CR>3 sec. Aan welke vorm van shock denk je als eerst?
Slide 13 - Open question
Mevrouw de Vries wordt binnengebracht na een episode van hevige pijn op de borst, die begon tijdens het tuinieren. Ze klaagt over toenemende kortademigheid en algemene vermoeidheid. Ze heeft een voorgeschiedenis van hypertensie en type 2 diabetes, en kreeg onlangs de diagnose hartfalen. Ze heeft een geschiedenis van roken en een familiegeschiedenis van hart- en vaatziekten. RR 90/50 mmHg, P112 (zwak), CR 4 seconden.
Wat is in deze casus de oorzaak van de cardiogene shock?
Slide 14 - Open question
De patiënt is een gezonde man zonder bekende voorgeschiedenis. Tijdens het klussen is hij van een ladder gevallen (ongeveer 2 meter hoogte) en op zijn borstkas terechtgekomen. Kort na de val ontwikkelde hij acute kortademigheid, pijn op de borst links en duizeligheid. Ambulancepersoneel meldt dat zijn toestand verslechterde. RR: 78/45 mmHg, P: 132/min, AH 30/min, sat 86% met 15LO2. Wat is de oorzaak van deze obstructieve shock? •
Slide 15 - Open question
Wat gebeurt er bij een distributieve shock?
A
er is sprake van vasoconstrictie in de bloedvaatjes
B
er is sprake van vasodilatatie in de bloedvaatjes
C
er is sprake van zowel vasoconstrictie als vasodilatatie
Slide 16 - Quiz
Bij een distributieve shock is er géén sprake van een volumetekort
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Welke vormen van shock vallen onder distributieve shock?