Uitspraak (mondeling)

Herzlich Willkommen!
Du übst mit verschiedenen Texten die Aussprache. Du achtest (let op)  auf die Zischlaute (sisklanken), Umlaute,und CH-Laute

Lernziel: ich kann Sätze fehlerfrei (zonder fouten) aussprechen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Herzlich Willkommen!
Du übst mit verschiedenen Texten die Aussprache. Du achtest (let op)  auf die Zischlaute (sisklanken), Umlaute,und CH-Laute

Lernziel: ich kann Sätze fehlerfrei (zonder fouten) aussprechen

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen!
Heute: Vorbereitung auf Sprachstadt!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Warming up: Het Grote Taaldorp Dobbelspel" (10 minuten)

Je werkt in tweetallen en krijgen een dobbelsteen en een lijst met zes korte opdrachten.

Jullie gooien de dobbelsteen en moeten de bijbehorende opdracht uitvoeren: 
1️⃣ Zeg 3 dingen die je graag in het weekend (am Wochenende) doet. 
2️⃣ Stel jezelf voor in 30 seconden.
3️⃣ Vertel op welke school en in welke klas je zit en wat je lievelingsvak is. 
4️⃣ Vraag welke bezienswaardigheden er in de stad zijn.
5️⃣ Vertel over je broers en zussen (hoeveel, namen, leeftijden, hobbys)
6️⃣ Zeg wanneer je jarig bent en wanneer je vader en moeder jarig zijn. 

Elk groepje gooit om afwisselend  3x met de dobbelsteen.  Indien je een cijfer al een keer gegooid hebt, dan gooi je nog een keer met de dobbelsteen! 

Slide 4 - Slide

Restaurantgesprek voorbereiden – 3VWO
🎯 Doelen 

Je kunt: 

- Een bestelling doen (eten en drinken)

- Vragen stellen over de menukaart

- Om de rekening vragen en betalen

- Beleefdheid en correcte zinsstructuur gebruiken

Slide 5 - Slide

Om in te komen kijk je eerst even naar het filmpje op de volgende slide......

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

....goed....alle gekheid op een stokje
De Duitse uitspraak...waar moet je op letten?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Also....der Zischlaut (sisklank)


  • z = [ts] (bijv. zwei)
  • s voor een klinker  = (zachte) z (bijv. der See)
  • sp / st (aan het begin van een lettergreep) = [sch] (als in het woord chocola ;-))
  • ss / ß = [s] (bijv. die Straße)


Slide 15 - Slide

Met en zonder Umlaut
  • u = oe
  • ü = uu
  • äu = oi
  • ä = è / ee
  • ö = eu / uh     

Slide 16 - Slide

Also...die Diphthonge (tweeklank)
  • eu = oi
  • ei = ai
  • au = au
  • (äu = oi)
     


Slide 17 - Slide

Also....der ich- und ach-Laut 
De ch na een a, o en u als ch in lachen
Beispiele: machen, Mittwoch, Buch
Tip: 
de Ach-Laut komt na alle klinkers van het woord auto.

De ch in alle andere gevallen spreek je hem zacht uit 
Beispiele: ich, nicht, leicht, Rechnung

Slide 18 - Slide

timer
1:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Elk groepje van 2-3 leerlingen kiest één Zungenbrecher: 

Zeit zur Vorbereitung: 10 Minuten. 

Elk groepje presenteert zijn tongbreker op een leuke manier aan de klas: let daarbij op je uitspraak!  Als groepje kies je zelf hoe je jullie Zungenbrecher presenteert: of presentatie 1 of presentatie 2

Presentatie 1:  Elk groepslid leest de Zungenbrecher op een ander tempo voor: Normaal tempo → Sneller → Extra snel!  
Presentatie 2: Elk groepslid leest de Zungenbrecher met een andere emotie voor:
- Boos (bijvoorbeeld als een strenge leraar)
- Verliefd (fluisterend en dromerig)
- Super blij (alsof je net de loterij hebt gewonnen)
- Heel verdrietig (alsof het je laatste woorden zijn)

timer
1:00

Slide 21 - Slide

1. Fischers Fritz fischt frische Fische, frische Fische fischt Fischers Fritz
2.Zwischen zwei Zwetschgenzweigen sitzen zwei zwitschernde Schwalben.
3.Zehn zahme Ziegen ziehen zehn Zentner Zucker zum Zoo.
4.Der Potsdamer Postkutscher putzt den Potsdamer Postkutschkasten.
5. Sechs Schweizer Schwertschlucker schlucken sechs Schweizer Schwerter.
6.Ein scheuer Schäfer schneidet scharfe Scheren schön.



Slide 22 - Slide

Viel Erfolg bei der mündlichen Prüfung!

Slide 23 - Slide

Aussprache
Du übst mit verschiedenen Texten die Aussprache. Du achtest (let op)  auf die Zischlaute (sisklanken), Umlaute,und CH-Laute

Lernziel: ich kann Sätze fehlerfrei (zonder fouten) aussprechen

Slide 24 - Slide

Lernziele:
- je kunt Duitse zinnen zonder fouten voorlezen
- je kunt een gesprek in een Fremdenverkehrsamt voeren.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

 "Heb je ooit in een vreemde stad een toeristeninformatie bezocht? Waarvoor?"

Waarvoor zou je naar zo’n Fremdenverkehrsamt gaan ?

Slide 29 - Slide

Seite 19, Schritt 36: Beim Fremdenverkehrsamt

Slide 30 - Slide

Arbeitet zu zweit. Was kann man fragen/sagen? Und wie kann man korrekt antworten?

Slide 31 - Slide

Stap 1: Verdeel de rollen (2 min)
Werk in tweetallen:
Toerist 🧳 → Vraagt om informatie over bezienswaardigheden, hotels, vervoer, enz.
Medewerker 🏢 → Geeft antwoord en helpt de toerist zo goed mogelijk.
Stap 2: Gesprek voorbereiden (5 min)
Schrijf samen een kort gesprek (min. 4 vragen en antwoorden).
Gebruik minstens twee van deze vragen:
-Wo ist…? (bijv. het station, een museum, een hotel)
-Gibt es eine Stadtführung?
-Wie viel kostet eine Tageskarte?
-Kann ich hier eine Karte kaufen?
Gebruik minstens één beleefde uitdrukking, zoals:
Könnten Sie mir helfen?
Vielen Dank!
Stap 3: Gesprek uitvoeren (3 min)
Voer het gesprek minstens twee keer uit: één keer in de eigen rol en daarna wisselen.


timer
1:00

Slide 32 - Slide