werken aan Nederlands 1f ws H2 les 1

Woordenschat 1
Hoofdstuk 2
De detailhandel
De winkel

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat 1
Hoofdstuk 2
De detailhandel
De winkel

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
Je leert woorden die horen bij de detailhandel: de winkel.
Je leert hoe je die woorden kunt toepassen.

Slide 2 - Slide

Waarom leer je dit?
filmpje

Slide 3 - Slide

Wat is de detailhandel?
De detailhandel:
Winkels die producten aan consumenten verkopen.
Niet alleen in winkels, maar ook via internet.
Denk aan:
Kledingwinkels, juweliers, tuincentra, boekhandels, opticiens, drogisten, kringloopwinkels, bloemenwinkels enz.

Slide 4 - Slide

woordenschat
de groothandel

Slide 5 - Slide

de woordenschat
de etalage
de consument
de reclame

Slide 6 - Slide

Woordenschat
de artikelen
het assortiment

Slide 7 - Slide

de woordenschat
het prijskaartje
de artikelcode

Slide 8 - Slide

de woordenschat
de toonbank
de kassa
de korting
de kassabon
de verkoper
ruilen
betalen

Slide 9 - Slide

Gebruik de woordenschat
Maak nu in je werkboek blz. 19, 20 en 21

Slide 10 - Slide

Evaluatie
Welke woorden waren bekend en welke onbekend?
Vertel in je eigen woorden wat de onbekende woorden betekenen. 

Slide 11 - Slide