B3: genen en allelen

Basisstof 5.3
Genen en allelen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basisstof 5.3
Genen en allelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De chromosomen in een lichaamscel van de mens komen voor in paren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Sleep het aantal chromosomen naar de juiste cellen (rode vakje)
46 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen
  23 chromosomen
23 chromosomen

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

B3: genen en allelen
  • Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn. 
  • Je kunt omschrijven wat een mutatie is.
  • Je kunt omschrijven wat kanker is.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

DNA
-DNA is opgebouwd uit basen:
A-T-C-G
Basenparen:
A altijd met T
C altijd met G

Volgorde van de code bepaald de informatie 
Ezelsbruggetje
(als je in hoofdletters schrijft):
Rechte letters gaan samen (A-T)
Ronde letters gaan samen (C-G)

Slide 5 - Slide

Woorden:
O - R - S - T
trots, rots, rot, stoort, troost
Je ziet hier een stukje DNA. Van elk basepaar is één base ingevuld. Welke volgorde past in de rij met vraagtekens?
A
A-T-C-G-C-A
B
C-G-A-T-A-C
C
G-C-T-A-T-G
D
T-A-G-C-G-T

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Genen
Wat zijn genen
-bestaat uit duizenden baseparen
-kunnen meerdere genen nodig zijn voor één bepaalde eigenschap

Genen bevatten informatie voor het maken van eiwitten

Eiwitten
-regelen de kleur, vorm en werking van je lichaam
-Hormonen, kleurstoffen zijn voorbeelden van eiwitten
-Spieren worden opgebouwd uit eiwitten
(Meer hierover in BS 7):
-Het DNA bestaat uit genen
-In deze genen staat informatie voor het maken van eiwitten
-DNA wordt gekopieërd naar RNA
-RNA wordt 'vertaald' naar eiwitten

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Allelen 
genvariant of allel
informatie op een gen ( of de invulling van de eigenschap)



allelenpaar = de 2 allelen van een gen


-Sommige allelen zijn sterker dan anderen.
-Het allel voor krullend haar is in dit voorbeeld sterker, en uit zich dus in het fenotype
Allelen
Er zijn 2 genen nodig voor de oogkleur (gen A & gen B):
gen B: alle basenparen gelijk = 2 dezelfde allelen
bijv. A-T & A-T
gen A: kleine verschillen in baseparen = 2 verschillende allelen
bijv. C-G & A-T

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een man en een vrouw hebben beide 1 allel voor blond haar en 1 allel voor bruin haar. Ze krijgen samen een kind. Welke allelencombinaties zouden kunnen voorkomen bij dit kind?
A
alleen bruin-bruin
B
alleen blond-blond of bruin-bruin
C
alleen blond-bruin
D
blond-blond, bruin-bruin of blond-bruin

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het is mogelijk dat een man aan zijn eerste kind een allel voor blauwe ogen doorgeeft en aan zijn tweede kind een allel voor bruine ogen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij het woord mutatie?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Mutatie
mutatie = een plotselinge verandering van het genotype

Chromosoom beschadigd = één of meer allelen zijn dan gemuteerd

Ernst is afhankelijk van de locatie van de mutatie
Mutaties & het coronavirus
-'Spike'-eiwitten aan de buitenkant van het virus veranderen
Waarom is dit een probleem?
Als de antigenen (spike eiwitten zijn de herkenningspunten van het virus) veranderen zijn er ook andere antistoffen nodig om de nieuwe variant te bestrijden en dus ook een nieuw vaccin

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Links zien we een lichaamscel en een eicel. In beide cellen vind dezelfde mutatie plaats. Wat kun je zeggen over de schade die deze mutatie aanricht?
A
De mutatie zorgt in beide cellen niet voor schade
B
De mutatie zorgt voor meer schade in een lichaamscel
C
De mutatie zorgt voor meer schade in een eicel
D
De mutatie zorgt in beide celtypen voor schade

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Locatie van een mutatie
Lichaamscel:
-Meestal geen gevolgen
-Andere lichaamscellen blijven onveranderd

Geslachtscel (eicel/zaadcel):
-Meestal grote gevolgen
-Gemuteerd allel in bevruchte eicel
-Nakomeling met in elke lichaamscel gemuteerde allelen

Heeft dit gevolgen voor het fenotype?

Slide 16 - Slide

Hangt af van hoe sterk het allel is
Een mutatie in de levercel van een zwangere vrouw wordt doorgegeven aan haar kind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Albinisme
Mutant: organisme met mutatie zichtbaar in het fenotype

Albino: mutatie in genen voor melanine (pigment) productie

-Waarneembaar in het fenotype

Waarom hebben albino's altijd rode ogen?

Slide 18 - Slide

Geen pigment in hun ogen, bloedvaten schijnen door

Hoe krijg ik een mutatie?
Mutagene invloeden:
-Straling
-Chemische stoffen

Voorbeeld:
Atoombommen in Japan

Hiroshima/Nagasaki
-Enorm veel radioactieve straling
-Zorgde voor veel mutaties bij bewoners
-Nog steeds kinderen met afwijkingen
Waarom?
-Meer gemuteerde allelen in geslachtscellen van slachtoffers 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Noem nog een aantal mutagene invloeden:

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Kanker
-Mutaties in genen die celdeling regelen
-Cellen gaan ongeremd delen
-Ontstaan van gezwel/tumor


Kwaadaardige tumor = kanker

Goedaardig of kwaadaardig?
Uitzaaiing
-Cellen van de tumor komen in bloed/lymfe
-Meegevoerd naar andere lichaamsdelen
-Opnieuw ongeremde deling
-Overal in het lichaam ontstaan tumoren
-Witte haai krijgt nooit kanker
-Heeft genen die DNA-schade herstellen/tegen gaan
-Gentherapie: geselecteerde mutaties bij mensen maken om deze genen te imiteren

Slide 22 - Slide

Artikel
https://wibnet.nl/dieren/zeedieren/haaien/killerhaai-wordt-redder?fbclid=IwAR0115MZU_zNoZ_WmDZi8MKp2CumqA9HVZ0vmy5N7tJpPdo1ZtCXaXrC6qg
Kim heeft borstkanker met uitzaaiing. De dokter legt uit aan Kim dat in haar geval het verwijderen van het gezwel in haar borst d.m.v. een operatie niet voldoende is. Leg uit waarom een operatie niet voldoende is.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Kim heeft borstkanker met uitzaaiing. De dokter legt uit aan Kim dat in haar geval het verwijderen van het gezwel in haar borst d.m.v. een operatie niet voldoende is. Leg uit waarom een operatie niet voldoende is.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Een kankergezwel kan worden verwijderd door middel van een operatie. Bij kanker met uitzaaiing is een operatie niet voldoende.
Leg uit waarom een operatie dan niet voldoende is.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions