Voorbeeld: grenzen aangeven
Specifiek (S):Ik wil leren om op een duidelijke en respectvolle manier mijn grenzen aan te geven tegenover collega’s en gasten wanneer ik iets niet prettig vind of wanneer iets niet binnen mijn taken valt.
Meetbaar (M):
Ik geef in minimaal 1 situatie per week mijn grenzen aan, bijvoorbeeld als een collega me vraagt om over te werken terwijl ik al andere verplichtingen heb, of als een gast onbeleefd of grensoverschrijdend gedrag vertoont.
Acceptabel (A):
Dit doel is acceptabel, want het helpt me om professioneel te blijven werken en mijn eigen welzijn te bewaken, wat belangrijk is in de horeca waar de druk soms hoog kan zijn.
Realistisch (R):
Het is realistisch omdat ik al situaties meemaak waarin ik mijn grenzen moet aangeven, en ik kan hier in kleine stappen mee oefenen door bijvoorbeeld eerst feedback te vragen aan mijn praktijkbegeleider of docent.
Tijdgebonden (T):
Ik werk aan dit doel gedurende de komende 4 weken tijdens mijn stage of praktijklessen, en ik evalueer mijn voortgang wekelijks in mijn leerlogboek