Artikel schrijven

Welkom

Pak je boek, schrift, pen.
Zorg dat je telefoon uit staat en dat je telefoon uit het zicht is.
Wacht tot de les begint.




1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3,4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom

Pak je boek, schrift, pen.
Zorg dat je telefoon uit staat en dat je telefoon uit het zicht is.
Wacht tot de les begint.




Slide 1 - Slide

  • PLANNING KOMENDE WEKEN:
  •       Tentamen Schrijven, oefenen voor mondeling
  • uitleg artikel schrijven (K4B en K4C).
  • herhalen zakelijke brief/ zakelijke e-mail (B4B, B4A).
  • uitleg literaire begrippen.
  • herhalen en oefenen.
  • oefenen.
  • zelfstandig werken.
Vandaag
    Tentamen Schrijven: 31 okt (B4B) en 3 nov (B4A, K4B, K4C).
 Huiswerk:
Programma:

Slide 2 - Slide

schrijven - artikel

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Na deze les weet je:

- hoe je een artikel schrijft volgens de conventies (regels) van het centraal schriftelijk examen (CSE).



Slide 4 - Slide

"artikel", waar denk je dan aan?

Slide 5 - Mind map

Artikel
- Tekst voor een tijdschrift, een krant of een website.
- Je richt je niet tot één persoon, maar tot een groot publiek.
- In de opdracht staat voor welk publiek je schrijft          taalgebruik
- In de schrijfopdracht staat welke elementen er terug moeten komen in je artikel.

Slide 6 - Slide

Aan welke eisen moet een artikel aan voldoen?

Slide 7 - Mind map

Eisen
- Passende titel  ( in een paar woorden) 
- Inleiding, middenstuk, slot          witregels tussen de delen
- Minimaal 100 woorden
- Nooit aan 1 persoon, dus geen aanhef. Tip: begin met een tijd- of plaatsaanduiding (bijv. Tijdens de ...) 
- Voor- en achternaam onder artikel, soms ook school/klas/plaats (kijk goed in de opdracht)


Slide 8 - Slide

Opbouw artikel
  1. Titel
  2. Inleiding
  3. Alinea 1 (eventueelmet tussenkopje)
  4. Alinea 2 (eventueelmet tussenkopje)
  5. Alinea 3 (eventueel met tussenkopje)
  6. Slot

Slide 9 - Slide

Inleiding
De inleiding is het eerste wat mensen lezen van je artikel. Maak ze dus nieuwsgierig. 

Vb. Tijdens de les Nederlands op maandag ... bespraken we met de klas ...
  • Het onderwerp  noemen 
  • of vertellen waarom je over dit onderwerp schrijft 
  • of een voorbeeld geven over het onderwerp 
  • of een leuk, kort verhaaltje vertellen over het onderwerp (anekdote)
  • of een  vraag stellen.



Slide 10 - Slide

Middenstuk
Hier behandel je het onderwerp van het artikel. In dit deel van de tekst staan de meeste elementen van de opdracht.

In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp 
gezegd worden.

We noemen dit deelonderwerpen.
Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.


Slide 11 - Slide

Slot
In het slot kun je een keuze maken:


 



LEES GOED WAT DE OPDRACHT VAN JOU VERWACHT!
  • Samenvatten: “Kortom, …”
  • Toekomstverwachting. “Dan denk ik dat we voortaan…”
  • Conclusie. “Dus… “
  • Advies. “Ik zou zeker … “
  • Antwoord geven op de vraag die je in de inleiding hebt gesteld.

LEES GOED WAT DE OPDRACHT VAN JOU VERWACHT!



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Bekijk het 
filmpje over 
een artikel schrijven
(0:00-3:50)

Slide 14 - Slide

Opbouw van een artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
  • In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
  • In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
  • Zet je voor- en achternaam onder het artikel
  • Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 15 - Slide

is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 16 - Quiz

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Een artikel bestaat uit
A
inleiding, middenstuk
B
Slot, titel, middenstuk
C
handtekening, inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk ,slot

Slide 18 - Quiz

Als je een artikel schrijft...
A
Heeft iedere alinea een kernzin.
B
Heeft iedere alinea een tussenkopje.
C
Start het artikel altijd met een vraag.
D
Is de titel gelijk aan het onderwerp.

Slide 19 - Quiz

Hoe kun je een alinea van het middenstuk het beste beginnen?
A
met een signaalwoord: tot slot, kortom
B
met een signaalwoord: ten eerste, bovendien, daarnaast

Slide 20 - Quiz

Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam (en klas)
C
Met vriendelijke groet,
D
bedankt voor het lezen

Slide 21 - Quiz

Met welk woord kun je het slot van het artikel het beste beginnen?
A
signaalwoord: kortom, dus,
B
signaalwoord: maar, omdat, ten tweede

Slide 22 - Quiz

Zelfstandig werken 4Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 47, opdracht 2.
Blz. 189-191, opdracht 5 en 6 (correctievoorschrift).
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 23 - Slide

Zelfstandig werken 4Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 189-191, opdracht 5 en 6 (correctievoorschrift).

Herhalen: 10 stappen zakelijke brief.

Blz. 114, opdr. 1 t/m 6.

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 24 - Slide

Gluren bij de buren
  1. Klaar met je artikel?  Wissel je artikel uit met een ander.
  2. Kijk het artikel van de  ander na a.d.h.v. feedbacktformulier.
  3. Geef het artikel  terug aan de ander.
  4. Bekijk de feedback op je artikel en herschrijf je artikel (indien nodig). 

Slide 25 - Slide

Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:

Je schrijft een artikel  volgens de conventies van het centraal examen.


Slide 26 - Slide

Evaluatie
Aan het einde van de les

- weet je hoe je een artikel moet schrijven (herhaling)
- kun je een artikel schrijven

Slide 27 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Opdracht: Je gaat zelfstandig een artikel schrijven.
   

Stap 1: Je leest de opdracht goed door.
Stap 2: Maak een verdeling: wat zet je in de inleiding, middenstuk en slot?
Stap 3: Begin met schrijven

Let op: Vraag feedback!
Ik wil dat je elk onderdeel (inleiding, kern en slot) met je buurman of buurvrouw bespreekt. Indien nodig pas je je artikel aan.




Slide 28 - Slide

Artikel
  • Uit hoeveel alinea's bestaat jouw artikel?
  • Wat is de titel van het artikel
  • Wie is de auteur van jouw artikel 
  • Bevat het artikel tussenkopjes, zo ja welke? 
  • Hoe wordt het artikel afgesloten? 

Schrijf op/markeer deze onderdelen.
Je hebt hier 2 minuten de tijd voor.
Daarna bespreken we het klassikaal.
timer
2:00

Slide 29 - Slide

De opdracht 
Een voorbeeld uit een oud-examen.

  • Hoe pak je deze opdracht aan?
  • Hoe gaan we de punten verdelen?

Slide 30 - Slide