Begeleiden zorgvrager lesonderwerp 7 les 1 Studenten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Programma
Terugblik naar vorige lessen
Theorie vroeg signalering palliatieve zorg
Advance Care Planning binnen de palliatieve zorg
Shared Decision Making binnen de Palliatieve zorg
Meest voorkomende symptomen en complicaties die zich kunnen voordoen in de palliatieve en terminale fase
Instrumenten die gebruikt worden voor vroeg signalering in de palliatieve zorg
Het begrip pijn, de functie en oorzaken van pijn, pijnbestrijding, Loeser model
Zorgpad Stervensfase
Vragen die van belang zijn bij een intake gesprek met de zorgvrager en diens naasten, wanneer sprake is van een palliatieve zorgvraag en de aandachtspunten betreffende voorbereiding, uitvoering en afronding van dit gesprek
Samenwerkingsverbanden in de Palliatieve en Terminale zorg en ontwikkelingen in de palliatieve en terminale zorg.
Slide 3 - Slide
Wat is palliatieve zorg
A
Kwantitatief goede laatste zorg
B
Zorg door veel verschillende mensen
C
Zorg die niet tot doel heeft te genezen, maar zorg die zo lang mogelijk een leven met goede kwaliteit mogelijk maakt
D
Zorg die tot doel heeft genezen van de ziekte, met een goede kwaliteit van leven.
Slide 4 - Quiz
Noem de 5 sterfstijlen
Slide 5 - Open question
Wat is van waarde voor een proactieve sterfstijl?
Slide 6 - Open question
Advance care planning
Advance care planning is een proces waarbij de patiënt met zijn behandelend arts zijn wensen, doelen en voorkeuren voor zorg rond het levenseinde bespreekt en vastlegt. Dit proces loopt vooruit op het moment dat een patiënt zelf niet meer in staat is om beslissingen te nemen. Het doel van ACP is dat de zorg van mensen in hun laatste levensfase beter is afgestemd op hun wensen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Shared decision
Shared decision making of gezamenlijke besluitvorming is het gezamenlijk komen tot een beslissing door een hulpverlener (of andere professional) en een patiënt.
Slide 9 - Slide
Kenmerken shared decision
de uitwisseling van informatie tussen de hulpverlener en de patiënt is wederkerig (dus tweerichtingsverkeer)
de uitwisseling tussen hulpverlener en patiënt betreft zowel medische (of andere professionele informatie) als persoonlijke informatie
de hulpverlener en patiënt overleggen samen over alle (medische, professionele en persoonlijke) aspecten die relevant zijn voor de besluitvorming
de hulpverlener en de patiënt nemen uiteindelijk gezamenlijk het besluit over het te volgen (diagnostische / therapeutische / preventieve) beleid.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
02:27
waarom is het volgens deze zorgvrager van belang om kenbaar te maken wat voor jou kwaliteit van leven/sterven is.
Slide 12 - Open question
Meetinstrumenten in de palliatieve zorg
Het doel van het overzicht is dat zorgverleners de juiste meetinstrumenten in weten te zetten op de juiste manier, op het juiste moment en bij de juiste patiënt
Slide 13 - Slide
iknl.nl
Slide 14 - Link
Symptoom
‘Een symptoom is te definiëren als ‘een door de patiënt aangegeven klacht op lichamelijk, psychisch, sociaal en/of existentieel gebied als uiting of gevolg van een onderliggende ziekte' (Vissers 2010)26. In deze definitie ligt het subjectieve karakter van een symptoom besloten: de patiënt bepaalt waar hij last van heeft en hoe erg dat is.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Meest voorkomende symptomen en complicaties die zich kunnen voordoen in de palliatieve en terminale fase
Vermoeidheid, pijn, gebrek aan energie, zwakte en gebrek aan eetlust komen bij meer van de helft van de patiënten met kanker in de palliatieve fase voor. (Teunissen 2007)
Kortademigheid en vermoeidheid komen bij meer dan de helft van de patiënten met een vergevorderd stadium van hartfalen voor. (Janssen 2008)
Kortademigheid, vermoeidheid, pijn, hoesten, slaapproblemen, klachten van de mond, somberheid, angst en gebrek aan eetlust komen bij meer dan de helft van de patiënten met een vergevorderd stadium van COPD voor. (Janssen 2008)
Vermoeidheid, jeuk, oedeem, kortademigheid, pijn en klachten van de mond komen bij meer dan de helft van de patiënten met een vergevorderd stadium van nierfalen voor. (Janssen 2008)
Slide 17 - Slide
De vier dimensies die te onderscheiden zijn aan een symptoom
De subjectieve beleving: ofwel de ernst en de betekenis die de patiënt aan het symptoom toekent, en de context van het symptoom bepalen de mate van symptoomlijden. Aan een symptoom is een aantal dimensies te onderscheiden: (Chang 20091, Vissers 201026)
lichamelijk
psychologisch
sociaal
existentieel c.q. spiritueel
Slide 18 - Slide
Lichamelijk
pathofysiologisch: het mechanisme dat tot het symptoom leidt
sensorisch: de gewaarwording van het symptoom
functioneel: de gevolgen van het symptoom voor het fysiek functioneren
Slide 19 - Slide
Psychologisch
affectief: de emotionele problemen die ontstaan door, samengaan met of van invloed zijn op het symptoom
cognitief: begrip van het symptoom en gedachten hierover
Slide 20 - Slide
Sociaal
gedrag en interactie met de eigen omgeving
functionele gevolgen van het niet meer kunnen vervullen van rollen in het eigen sociale systeem
Slide 21 - Slide
existentieel c.q. spiritueel:
gedachten, gevoelens en vragen die het symptoom oproept ten aanzien van de persoonlijke zin- en betekenisgeving die verbonden zijn met het ziekteverloop en het levenseinde’.
Slide 22 - Slide
Voorbeeld van de dimensies verbonden aan een symptoom
Zo kan uitgebreide longmetastasering (pathofysiologische dimensie) leiden tot een ernstige mate van ervaren kortademigheid (sensorische dimensie).
De patiënt past zijn lichamelijke activiteiten aan. Dit leidt tot veranderingen van de sociale rol van de patiënt en de naasten (sociale dimensie).
De gedachte te kunnen gaan stikken (cognitieve dimensie), kan aanleiding zijn voor gevoelens van angst (affectieve dimensie).
Het levensbedreigende karakter van het symptoom confronteert de patiënt met het naderende levenseinde (existentiële of spirituele dimensie)’.
Slide 23 - Slide
Signaleren en besluitvorming in palliatieve zorg/ doelstellingen
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Pijn
Slide 26 - Slide
Wat is pijn?
International Association for The Study of Pain (IASP):
‘Een onaangename sensorische en emotionele ervaring die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadiging of wordt beschreven in term van weefselbeschadiging.
Pijn is een onplezierig waarschuwingssignaal van het lichaam bij een te sterke prikkeling. Er zijn verschillende typen pijn en pijn kan een symptoom zijn van verschillende aandoeningen’.