Argumenteren

Ik kan nog niet goed zeggen wat ik van de verkiezingsuitslag moet vinden.
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ik kan nog niet goed zeggen wat ik van de verkiezingsuitslag moet vinden.
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 1 - Quiz

Standpunten
We onderscheiden 3 soorten standpunten:
Positief standpunt 
De regering heeft de juiste maatregelen genomen. 
Negatief standpunt:
De regering heeft niet de juiste maatregelen genomen. 
Standpunt van twijfel:
Ik weet niet wat ik moet denken van de juiste maatregelen. 




Slide 2 - Slide

De vergadering van vanmiddag zal wel weer niet op tijd klaar zijn.
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 3 - Quiz

Dat concert van Pink lijkt me echt iets voor jou!
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 4 - Quiz

Redenering
De combinatie van het standpunt en argument noemen we dus redenering. 
Met het argument wil je de waarheid of juistheid van de stelling bewijzen. 

Slide 5 - Slide

Twee typen argumenten
Waarderende argumenten:
Deze argumenten zijn gebaseerd op een mening.

Feitelijk argumenten:
Deze argumenten zijn controleerbaar.

Slide 6 - Slide

Stelling: Je kunt beter met het OV naar Rotterdam gaan. 
Het is veel handiger om met het OV naar R'dam te komen. 
Dan maken er meer mensen gebruik van het OV. 
Waarderend argument
Feitelijk argument

Slide 7 - Drag question

Stelling: Utrecht is een prettige stad om in te wonen. 
Utrecht was in 2013 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners
Er wonen in Utrecht veel jonge, gezellige mensen. 
Waarderend argument
Feitelijk argument

Slide 8 - Drag question

Stelling: Leiden is een prima stad om een excursie voor CKV te organiseren.
In Leiden kan je zeer diverse musea en galeries bezoeken. 
Leiden heeft een mooie binnenstad.
Waarderend argument
Feitelijk argument

Slide 9 - Drag question

Welke drie argumentatiestructuren onderscheiden we?

Slide 10 - Open question

Welke argumentatiestructuur herken je in de volgende zin. Mijn zusje is het meest geschikt voor de baan in de boekwinkel, want zij heeft heel veel boekenkennis en is sociaal.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Quiz

Argumentatiestructuren

Slide 12 - Slide

Het beste is om minimaal 1,5 liter water per dag te drinken. Wetenschappers uit Leiden hebben dat laatst ontdekt.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van autoriteit

Slide 13 - Quiz

Omdat jij je taalgebruik niet serieus neemt, zal je scriptie niet geaccepteerd worden.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van oorzaak/gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 14 - Quiz

Logisch dat Rutte die treitervloggers 'tuig van de richel noemt', VVD'ers bestrijden liever symptomen dan dat ze problemen structureel aanpakken.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
argumentatie op basis van voorbeeld
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 15 - Quiz

Maak een argumentatiestructuur (blokjesschema).
De laatste paar jaar heeft PSV iedere competitiewedstrijd na een Europese overwinning verloren. Ze zullen het dus moeilijk gaan krijgen.

Slide 16 - Open question

Afronding

Slide 17 - Slide