3.4 / 3.5

Hoofdstuk 3
3.4 Veiligheidsutopie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
3.4 Veiligheidsutopie

Slide 1 - Slide

Veiligheidsutopie
De risicosamenleving heeft gezorgd voor  een utopie. Een dilemma tussen vrijheid en veiligheid.

Boutellier: Deze wens leidt tot spanningen en veel tegenstrijdigheden in het gevoerde beleid door de politiek.

Slide 2 - Slide

Wens tot handhaving
Burgers willen graag handhaving van regels en normen om de veiligheid te kunnen garanderen. Hierin voorziet het strafrecht.

Strafrecht = Het recht dat aangeeft welke feiten strafbaar zijn, wie de dader is en met welke sancties het plegen van strafbare feiten wordt bestraft.

Slide 3 - Slide

Utopische jaren '70
In de jaren '70 dacht men het strafrecht af te kunnen schaffen. De goede gemeenschap zou criminaliteit namelijk voorkomen.

Dit bleek een utopie. Evenals dat men nu gelooft dat het strafrecht zorgt voor een verbetering van de sociale cohesie.

Slide 4 - Slide

Urgente positie strafrecht
Twee dilemma's:
  1. Rechtshandhaving versus rechtsbescherming
  • Het beschermen van burgers tegen terrorisme, criminaliteit en overlast
  • Respect dat de overheid moet hebben voor vrijheid van burgers

  1. Schuldig versus onschuldig
  • Er moet worden voorkomen dat in de drang criminaliteit te bestrijden, onschuldigen slachtoffer worden van de publieke opinie. (Vb. Rechtszaak Volkert van der G.)

Slide 5 - Slide

Horizontaal en verticaal
Horizontale rechtsbescherming
  • Burgers beschermen tegen elkaar


Verticale rechtsbescherming
  • Burgers beschermen tegen de overheid

Slide 6 - Slide

Rechtsstaat
De beginselen van de rechtsstaat dwingen ons tot het bewaken van drie minimumgrenzen:
  1. Het verbod van onmenselijke behandeling;
  2. Onschuldpresumptie (iedereen is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is);
  3. Het recht op eerlijk proces.

Slide 7 - Slide

Van risico naar controle
De samenleving verandert van een risicomaatschappij naar een controlemaatschappij. 
> We willen het gedrag van mensen controleren en onder controle houden.

Hoe ontstaat dit controle?
Toenemende punitiviteit = Wil om te straffen
Incapacitatie = Onschadelijk maken van daders

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 3
3.5 Wat is criminaliteit?

Slide 9 - Slide

Wat is criminaliteit?
Gedragingen die wettelijk strafbaar zijn gesteld.

Is ieder verkeerd gedrag ook echt crimineel gedrag?
--> Nee, het is een subjectief begrip;
--> Nee, niet alles is strafbaar gesteld;

Slide 10 - Slide

Strafbaar en strafwaardig 
Strafbaar gedrag = In de wet staat aangegeven wanneer gedrag bestraft dient te worden.

Strafwaardig gedrag = Mensen vinden dat ervoor gestraft zou moeten worden, maar het gebeurt niet door de wet.

Slide 11 - Slide

Strafbaar en strafwaardig
Strafbaarheid wordt bepaald door:
  1. Gevolgen voor slachtoffers en samenleving;
  2. Mening van bevolking
  3. Morele opvattingen over macht

Opvatting over strafwaardig gedrag wordt beïnvloed door:
  1. Maatschappelijke ontwikkelingen (zoals individualisering)
  2. Berichtgeving in de media
  3. Politiek en maatschappelijk debat

Slide 12 - Slide

Hoe ver kunnen we gaan?
Alles strafbaar stellen in de samenleving leidt tot ongelukkige situaties. Het kost veel geld en burgers kunnen de naleving van de wet niet meer garanderen.

Nu ligt de focus op negatieve rechtshandhaving: bestraffing

Ultimum remedium-principe / subsidiariteitsbeginsel
  • Inzet ervan door strafbaarstelling van gedrag is alleen zinvol als er een goede reden voor is en wanneer andere systemen van rechtshandhaving te weinig voor wenselijke en haalbare oplossingen kunnen zorgen.

Slide 13 - Slide

Delict = strafbaar feit
Het wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen:

  • Misdrijven = Ernstige strafbare feiten
  • Overtredingen = Minder ernstige strafbare feiten

Voorbeelden?

Slide 14 - Slide

De wet verandert
Legaliteitsbeginsel = Mensen mogen alleen worden gestraft voor iets wat door de overheid in de wet is vastgelegd.

Wat crimineel is, verandert onder invloed van:
  • Tijd
  • Plaats en de daar heersende cultuur

Jurisprudentie = De interpretatie van de wet door een hogere rechter die door lagere rechters moet worden gevolgd.


Slide 15 - Slide