H.6 Competenties

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Competenties

1. Beroepscompetenties

2. Sociale competenties

Vorige les

- Eigen competentie top 3 gemaakt.

Doelen:

- Ik weet het verschil tussen beroepscompetenties en sociale competenties.

- Ik kan beroepscompetenties en sociale competenties benoemen.

Competenties:

Beroepscompetentie of sociale competentie?

Beroepscompetentie=

Het geheel van kennis, vaardigheden en attituden om in een bepaalde beroepssituatie goed te functioneren.

Sociale competentie=

Bij de sociale competenties gaat het erom hoe de persoon omgaat met anderen en hoe de persoon zichzelf ziet in relatie tot anderen.

Beroepscompetenties:

Voorbeelden beroepscompetenties:

- Timmeren.

- Verschonen van een luier.

- Snijden van eten.

- Wassen.

- Behangen.

-Schilderen. 

Voorbeelden sociale vaardigheden:

- Luisteren.

- Samenwerken.

- Opletten.

- Netjes werken.

- Omgaan met kritiek.

- Omgaan met stress.

Maak opdracht 10 + 11

Bladzijde 30 t/m 32.

Klaar? Kijk even terug in je werkboek. 

Maak de opdracht die je nog niet gemaakt hebt.

Klaar? Opdracht bij docent.

Doelen behaald?

- Ik weet het verschil tussen beroepscompetenties en sociale competenties.

- Ik kan beroepscompetenties en sociale competenties benoemen.

Doelen behaald?
10=alles behaald
1=niks behaald.

010