4.1 - A - Leven op het platteland

4.1 - A -  Leven op het platteland
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1 - A -  Leven op het platteland

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Planning
  • Agrarische economie
  • Het domein
  • Het hofstelsel
  • Opdracht
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren. 

  • Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.

  • Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden. 

Slide 4 - Slide

Het platteland
  • Het Romeinse Rijk valt uiteen, daarmee ook het bestuur en leger en de steden. (economische en politieke oorzaak)

  • Er ontstond een agrarische samenleving.
    (bijna iedereen was boer)

  • De handel liep terug want de Romeinse wegen werden niet onderhouden en er was veel oorlog. 

Slide 5 - Slide


Het domein 

  • Mensen trokken naar het platteland want daar was het veiliger en kon men voedsel verbouwen en dieren houden. 
  • De heer had vaak een leger die hen kon beschermen.  
  • Het gebied waar een heer de baas was noemen we het domein.
  • Er waren bijna geen overschotten dus geen handel. 
  • De mensen werden autarkisch: zelfvoorzienend.  

Slide 6 - Slide


Het domein 


  • Een domein bestond uit drie delen: woeste gronden, hoeveland en vroonland. 
  • Het vroonland:  alle opbrengsten van deze akkers gingen naar de heer, hier stond zijn eigen boerderij. 
  • Het hoeveland:  hier woonden de boeren die een gedeelte van de opbrengst van deze akkers mochten houden. Dit waren losse stukjes grond die door de boeren werden bewerkt. 

Slide 7 - Slide

Hofstelsel
  • Op het domein waren verschillende boeren. De meeste boeren waren horigen: zij werden eigendom van de heer. 

  • Horigen kregen bescherming door te werken, in ruil voor die bescherming moesten zij hun eigendomsrecht afgeven. 

  • Plichten: horigen moesten een deel van de pacht af staan en verplicht werken op het vroonland: herendiensten.  

  • Er waren ook vrije boeren: zij hadden eigen grond en moesten meevechten met de heer. Dat kostte tijd en wapens, daarom werden vrije boeren soms horigen. 

Slide 8 - Slide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 9 - Slide

De opdracht
Lees de tekst van paragraaf 4.1 goed door. 

Arceer de zinnetjes die betrekking hebben op de leerdoelen.

Maak daarna het huiswerk:  3  t-m 10

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren. 

  • Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.

  • Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden. 

Slide 11 - Slide