Rekenen les 4 meten

Les 4  Meten 
Je leert een handige regel om meeteenheden te onthouden
Je leert sommen uit te rekenen aan de hand van de 'handige' regel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 4  Meten 
Je leert een handige regel om meeteenheden te onthouden
Je leert sommen uit te rekenen aan de hand van de 'handige' regel

Slide 1 - Slide

Weet je het nog?

Slide 2 - Slide





Hoeveel centimeter is 3 meter?
A
30 centimeter
B
300 centimeter
C
3000 centimeter
D
3 centimeter

Slide 3 - Quiz

Is 500 decimeter hetzelfde als
50 meter
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz




30 cm + 70 dm = . . . m
METEN = WETEN
A
1
B
7,3
C
73
D
100

Slide 5 - Quiz

Welke handige meet regel is juist?
A
Kan Het Meisje Met De Meter Rekenen?
B
Kan Het Dametje Met De Meter Meten?
C
Kan Het Dametje Met De Centimeter Meten?
D
Kan Het Dametje Met De Decimeter Meten?

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Sleep de eenheden van lengte
van groot (links)
naar klein (rechts)
hm
km
dam
m
dm
cm
mm

Slide 8 - Drag question

Vincent gaat een PVC vloer leggen in een vierkante ruimte. Hij meet een muur en die is 6 meter lang. Hoeveel vierkante meter gaat Vincent leggen.
A
6
B
24
C
12
D
36

Slide 9 - Quiz

Hoeveel kilometer is het ongeveer van Utrecht naar Maarsen?
A
ongeveer 2 km
B
ongeveer 20 km
C
ongeveer 10 km
D
ongeveer 50 km

Slide 10 - Quiz

Sia gaat op vakantie naar Parijs. Tot 20 kilo
bagage mag ze gratis meenemen.
Voor elke 500 gram extra betaalt ze
€4,00.
Hoeveel moet Sia extra betalen?
A
€26
B
€28
C
€32
D
€40

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Joost wil ongeveer 1 kilo boontjes kopen.
Welk getal ligt het dichtst bij 1 kilo
A
1,105 kg
B
0,850 kg
C
1,025 kg
D
0,750 kg

Slide 13 - Quiz

Hoeveel kilometer fietst jan tussen A en B?
A
44 km
B
35 km
C
34 km
D
8 km

Slide 14 - Quiz

Mo moet over drie weken naar de
tandarts. Welke datum is het dan?
A
23 januari
B
24 januari
C
22 januari
D
16 januari

Slide 15 - Quiz

Miyo loopt gemiddeld 5 km in
25 minuten. Hoe lang doet hij
over een tocht van 40 km?
A
3 uur
B
2 uur en 20 minuten
C
4 uur
D
3 uur en 20 minuten

Slide 16 - Quiz

Ik snap dit onderdeel..
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Bedankt voor je aandacht
- aan het werk in je werkboek
of
- je mag aan het werk in de Rekentuin 

Slide 18 - Slide