Hoofdstuk 1 Landschappen intro

1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Welkom terug!
- Proefwerk bespreken proefwerkweek.
Met toets analyse. 
- Introductie Hoofdstuk 1 Landschappen.

Slide 2 - Slide

Pak een los blaadje
Geef antwoord op de volgende vragen (nummer ze):

1. Tijdens nieuwjaar ben ik tot .... uur wakker gebleven.
2. Dit is mijn favoriete vuurwerk.
3. Ik ben op vakantie geweest naar .... tijdens de kerstvakantie (als je niet op vakantie bent geweest dan schrijf je nee).
4. Het langste dat ik uitgeslapen heb is tot .... uur.
5. Dit heb ik het meeste gedaan in de kerstvakantie.

Je hebt nu 5 minuten de tijd om klasgenoten te zoeken die hetzelfde antwoord hebben gegeven als jij. Schrijf de naam van die persoon bij jouw antwoord op het blaadje.

Slide 3 - Slide

Ruim nu alles op, we gaan de toets bespreken.

Slide 4 - Slide

Introductie Hoofdstuk 1
Landschappen

Ga in groepjes zitten met 3-4 klasgenoten.
Beantwoord samen de volgende vragen.
De antwoorden schrijf je bij de opdrachten kant van je schrift.

Slide 5 - Slide

1a
Kies het juiste antwoord.

 
De plaats waar de man staat en de rivier in het dal liggen enkele tientallen / honderden
 meters van elkaar.

Slide 6 - Slide

1b
Welke kleur heeft het water in deze rivier?

Slide 7 - Slide

1c
Noteer de juiste letter.
De rivier heeft deze kleur …

A. door algengroei
B. doordat materiaal uit de Grand Canyon afbrokkelt en in de rivier valt.
C. door de planten die in de rivier groeien.
D. door vervuiling.



Slide 8 - Slide

2

Beantwoord met juist/onjuist:
a. De Himalaya is een jong gebergte.
b. Bergen kunnen niet groeien.
c. Zand is zwaarder dan klei.
d. Een kleideeltje was ooit een groot rotsblok.
e.  Zuid-Limburg is onderdeel van de Ardennen.
f. Als bescherming tegen overstromingen bouwden mensen in Friesland vroeger heuvels om op te wonen.

Slide 9 - Slide

3
Bekijk de bron. Lees de zes beschrijvingen van verschillende Nederlandse landschappen. Vul de juiste letter uit de bron in achter elke beschrijving.
(de beschrijvingen komen hierna)

Slide 10 - Slide

3
a. Als je hier op de bodem springt, dan veert de grond een beetje mee. 
b. De eerste mensen gingen in dit gebied wonen op zandheuvels langs rivieren. 
c. Dit deel van Nederland moet mensen beschermen tegen de stijgende zeespiegel.
d. Vroeger was dit een groot moeras. 
e. Dit is het hoogste deel van Nederland. 
f. Grote delen van het noorden, midden en zuiden van ons land tonen dit landschap. 

Slide 11 - Slide

4
 Bij landschappen denken mensen aan verschillende dingen. Maar ook steden en het platteland zijn voorbeelden van landschappen. Leg uit wat volgens jou de beste plaats is om te wonen. Geef minimaal twee redenen.

Slide 12 - Slide

Antwoorden
1a. Honderden
1b. Bruin/groen
1c. B
2a. Juist
2b. Onjuist
2c. Onjuist
2d. Juist
2e. Juist en Onjuist
2f. Juist
3a. F
3b. D
3c. B
3d. E
3e. A
3f. C
4. Eigen antwoord

(Je kunt voor vraag 1 t/m 3 bij elk onderdeel 1 punt krijgen. 
15 punten in totaal. Hoeveel heb jij er?)

Slide 13 - Slide