This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Examentraining + groepen Les
Slide 1 - Slide
Groepen-LES
A groep
B groep
C groep
- Graag extra hulp
- vooraan aan bureau
- docent neemt je mee in de stof/ bespreken
- gaat in midden zitten
- kan evt met een buddy aan de slag- zachtjes overleg
- werkt alleen- in stilte aan Engels/ in overleg aan een ander vak/ opdracht
Slide 2 - Slide
Voorbereiding op school
Wat hebben we al gedaan?
Op school oefenen wij met teksten en oude examens waarbij de focus bv ook ligt op het vinden en leren van signaalwoorden in de tekst.
Ook maken wij in de les gebruik van Lessonups waarbij we stap voor stap de soorten teksten/ vragen bespreken!
Slide 3 - Slide
Wat kan je verwachten van je CE Engels?
- ongeveer 12 leesteksten (examen 2019)
- ongeveer 42 vragen hierover (examen 2019)
- op papier
- afwisseling vragen in het NL en in het ENGELS
- afwisseling open vragen / gesloten vragen
- een aantal lange en korte teksten
- advertenties met daarbij open vragen en multiplechoice vragen
Slide 4 - Slide
Wat neem je mee...
Woordenboek EN-NL (je krijgt er GEEN van school, lenen van de buurman mag NIET)
2 pennen (voorals er een het toch niet doet)
10 kilo zelfvertrouwen
Slide 5 - Slide
Top 5 tips bij CE Engels
TIP 1: Let op signaalwoorden en kernzinnen
TIP 2: Zorg voor een grote woordenschat
TIP 3: Gebruik je woordenboek verstandig
TIP 4: Hou de tijd in de gaten
TIP 5: Gebruik de strategieen die je in de les hebt geleerd
Slide 6 - Slide
Soort vragen
meerkeuzevragen
open vragen
gatenteksten
juist/onjuist vragen
zoek/citeer vragen
Slide 7 - Slide
Het woordenboek
Slide 8 - Mind map
Over het woordenboek
Zelf woordenboek EN-NL meebrengen
Alfabetische volgorde, ook voor volgende letters
Eerste en laatste woord staan boven aan blz.
Niet zomaar de eerste vertaling kiezen
Een aantal dingen staat niet in het woordenboek:
-ing (working zie work)
-ed (verleden tijd, worked zie work)
- ly (stupidly zie stupid)
onregelmatige werkwoorden (became zie become)
-s/-es (works zie work, computers zie computer)
Slide 9 - Slide
MC-vragen
Slide 10 - Mind map
Ik vind dit soort vragen moeilijk
Ja
nee
een beetje
best wel
Slide 11 - Poll
Good to know...
- MC vragen bij korte teksten zijn in het NEDERLANDS gesteld
- MC vragen bij lange teksten zijn in het ENGELS gesteld
- De keuzemogelijkheden staan op alfabetische volgorde
- Het is echt mogelijk dat je 7x achter elkaar hetzelfde antwoord moet geven!
Slide 12 - Slide
vragen in NL
alfabetisch
korte teksten zijn meestal advertenties, reviews of ingezonden brieven
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Tips algemeen
- woorden in de antwoorden die je niet kent? opzoeken
- korte teksten: lees eerst de vraag (niet de antwoorden) en ga gericht zoeken in de tekst.
- lange teksten:
1. kijk naar de titel en plaatjes, waar gaat het over?
2. lees de tekst globaal helemaal door. Klopt je antwoord bij 1?
3. lees de eerste vraag (maar niet de antwoorden)
4. lees het stukje waar het antwoord moet staan opnieuw
Slide 16 - Slide
strategie 1 eigen antwoord
- Bedenk na het lezen van de vraag en het stukje tekst eerst zelf wat het antwoord moet zijn.
- Kijk dan naar de keuzemogelijkheden.
- Kies het antwoord dat het beste past bij jouw antwoord.
strategie 2 wegstrepen (als strategie 1 niet lukt)
- Streep de 2 antwoorden die sowieso fout zijn weg.
- Lees de vraag, de tekst en de overgebleven antwoorden opnieuw.
- Kies het meest volledige antwoord
Slide 17 - Slide
strategie 3 later op terugkomen (als het echt niet lukt)
- Markeer de vraag in je antwoordboekje.
- Sla de vraag voorlopig even over.
- Kijk aan het einde van het examen welke vragen er nog open staan.
- Lees de vraag, tekst en opties die nog over zijn na het wegstrepen opnieuw.
- Kies het antwoord dat als eerste in je op komt.
- VUL ALTIJD IETS IN!
Slide 18 - Slide
korte teksten
lange teksten
Vragen in het Nederlands
Vragen in het Engels
Lees eerst de tekst
Lees eerst de vraag
Slide 19 - Drag question
Bij lange teksten is de juiste aanpak...
A
1.de vraag lezen 2. de tekst lezen 3. de plaatjes en titel bekijken
B
1. plaatjes en titel bekijken 2. de vraag lezen 3. de tekst lezen
C
1. plaatjes en titel bekijken 2. tekst lezen 3. vraag lezen
Slide 20 - Quiz
Als eerste oplossing bij MC-vragen
A
bedenk ik zelf wat het antwoord is
B
streep ik de 2 foutste antwoorden weg en kies dan
C
gok ik maar wat
Slide 21 - Quiz
Er blijven 2 keuze mogelijkheden over. Het FOUTE antwoord...
A
slaat eigenlijk ook nergens op
B
heeft wel goede elementen maar is niet compleet
C
is wat er in de tekst staat, maar dan met andere woorden
Slide 22 - Quiz
Bij sterke twijfel...
A
blijf je bij het antwoord dat je eerst had bedacht
B
altijd verbeteren, je twijfelt niet voor niets
Slide 23 - Quiz
gatenteksten
Slide 24 - Mind map
Tips: gatenteksten
Lees eerst de hele tekst snel door, zodat je een idee krijgt over het onderwerp
lees de alinea waar je iets moet invullen
Dek de antwoorden af, formuleer je eigen antwoord
Zoek woorden die jij niet kent in het woordenboek (als jij tijd hebt)
Kies het antwoord wat er het meest op lijkt
Slide 25 - Slide
open vragen
Slide 26 - Mind map
Ik vind dit soort vragen moeilijk
Ja
nee
een beetje
best wel
Slide 27 - Poll
soorten open vragen:
- Een alinea nummer opschrijven
- Een naam opschrijven
- Een zin citeren
- Zelf een antwoord formuleren
Slide 28 - Slide
the rules:
- Geef altijd antwoord in het NEDERLANDS (behalve bij citeren…)
- Geef antwoord op de vraag: als ze vragen om een regelnummer, schrijf dan niet de zin op…
- Als er wordt gevraagd om 2 redenen, geef er dan geen 3!
- Geef zo kort mogelijk antwoord (geen lange zinnen met EN…)
Slide 29 - Slide
true/false vragen
Slide 30 - Mind map
Ik vind dit soort vragen moeilijk
Ja
nee
een beetje
best wel
Slide 31 - Poll
What you should know...
- deze vragen zijn 2 punten waard!
- de vraag is meestal in het Nederlands
- meestal 3 of 4 stellingen
- elke combinatie van antwoorden is mogelijk, alles kan dus ook goed of alles kan ook fout zijn
Slide 32 - Slide
What to do...
- lees de stellingen GOED door, zodat je weet waar je op moet letten.
- lees in de vraag waar in de tekst je de antwoorden moet vinden (bv. alinea 2)
- streep in de tekst de zinnen aan die kloppen bij de stellingen
- beantwoord de vraag
Slide 33 - Slide
Mijn examen Engels komt wel goed
A
Jazeker, minimaal een 8
B
Ik denk dat een 6-je er wel in moet zitten
C
Alles boven de 5,5 is meegenomen
D
Nee echt niet, het wordt vast een 3
Slide 34 - Quiz
Hier ga ik nu mee oefenen: (woordenboek, korte teksten, lange teksten, gatentekst, open vragen, oud examen)/ binnen examenkracht gerichte oefeningen!/ signaalwoorden/ veel voorkomende zinnen