6 ERF mutaties

6 ERF mutaties
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6 ERF mutaties

Slide 1 - Slide

Mutatie
Een mutatie is een verandering in het DNA

DNA beschadigd: erfelijke eigenschap wordt veranderd

Mutant

Slide 2 - Slide

Mutagene invloeden

Slide 3 - Slide

Mutatie

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Mutatie in een lichaamscel

Slide 6 - Slide

Mutatie in een geslachtscel

Slide 7 - Slide

Genetisch advies
  • Je kunt genetisch advies inwinnen bij het ziekenhuis als er erfelijke ziektes in je familie zijn.
  • Meeste erfelijke ziektes en aandoeningen zijn recessief
  • Je kunt wel drager zijn van het gen
  • Als je zwanger bent en er zit een genetische aandoening in je familie, kun je prenataal onderzoek laten uitvoeren

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Prenataal onderzoek
  • Echoscopie (geluiden)
  • NIPT
  • Vlokkentest (weefsel placenta)
  • Vruchtwaterpunctie (via buikwand)

Slide 10 - Slide

Leeftijd en afwijkingen

Slide 11 - Slide

Vlokkentest

Slide 12 - Slide

Vruchtwaterpunctie

Slide 13 - Slide

NIPT
NIPT: Non-Invasieve Prenatale Test (=bloedonderzoek moeder)

97% zeker down / geen down
 
down = trisomie 21

Slide 14 - Slide

Trisomie 21: Syndroom van down

Slide 15 - Slide

Kanker
Mutatie in genen die celdeling regelen.


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Mutatie zorgt voor variatie

Slide 18 - Slide

Betere adaptatie door mutatie 

Slide 19 - Slide

Mutaties
  • Mutaties betekenen veranderingen in het genenpakket
  • In een lichaamcel heeft een mutatie geen grote gevolgen
  • In een geslachtscel geeft deze de mutatie verder aan de nakomeling
  • Na een mutatie spreek je van mutant

Slide 20 - Slide

Maak nu het huiswerk in de lessonup in de klas-link

Slide 21 - Slide

Plotselinge verandering van het genotype heet een
A
mutageen
B
mutatie
C
DNA verandering
D
celdeling

Slide 22 - Quiz

Hoe noemen we de mutatie bij dit dier?
A
witte aap
B
albino
C
apino
D
dit is geen mutatie

Slide 23 - Quiz

In welk type cel zijn bij een mutatie de gevolgen het grootst?
A
Bij een mutatie in bloedcellen
B
Bij een mutatie in geslachtscellen
C
Bij een mutatie in huidcellen

Slide 24 - Quiz

Wordt een mutatie in een lichaamscel overgedragen aan het nageslacht?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Waar/niet waar: Een röntgenfoto vergroot de kans op een mutatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Huidkanker wordt veroorzaakt door een mutatie, in wat voor soort cel zit deze mutatie?
A
Lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 27 - Quiz

Welke test(en) geven geen risico op een miskraam?
A
NIPT
B
Vruchtwaterpunctie
C
Vlokkentest
D
Echoscopie

Slide 28 - Quiz


Hier zie je
A
de vlokkentest
B
postnataal onderzoek
C
vruchtwater-punctie
D
NIPT-test

Slide 29 - Quiz

Bij welke techniek wordt weefsel uit de placenta gehaald?

A
besnijdenis
B
vlokkentest
C
vruchtwaterpunctie

Slide 30 - Quiz

Je ziet hier een voorbeeld van?
A
Trisomie 10
B
Trisomie 20
C
Trisomie 21
D
Trisomie X

Slide 31 - Quiz