Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken

Bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil?
vergrote - vergrootte
bestede - besteedde
verbrede - verbreedde


Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Ik heb de appel opgegeten 
 wordt:
De opgegeten appel


Je spelt het zo kort mogelijk!


Slide 3 - Slide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Onze afspraak is verzet - de verzette afspraak 

Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt dat wordt het bijvoeglijke naamwoord lang met -en geschreven.

Het voltooid deelwoord eindigt op -en -> bn dan ook. 


Slide 5 - Slide

persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud
persoonsvorm verleden tijd + voltooid deelwoord
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
regel: stam of stam +t
regel: zo kort mogelijk
regel: gebruik 't ex-kofschip

Slide 6 - Drag question

bijvoeglijk naamwoord
voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
het lekkere brood
het gebakken brood
het gezonken schip
het goede werkstuk
het spannende verhaal
het verzonnen verhaal
het moeilijke proefwerk
de bedorven groenten
de gewonnen wedstijd
het gezellige kamp

Slide 7 - Drag question

voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Eindigt op EN
voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
Korte klank, dubbele medeklinker.
voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
Lange klank, er verdwijnt een klinker.
Het ....... (bakken) brood
De ..... (redden) drenkeling
de (verbreden) straat
Het ... (zinken) schip
Het ... (witten) plafond
De (vergroten) foto

Slide 8 - Drag question

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken?

Schrijf het zo kort mogelijk!
Alleen als de uitspraak er om vraagt.

Slide 9 - Slide

Voorbeeldzinnen
  • We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
  • De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
  • Het bestede bedrag kun je declareren.
  • De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
  • Het verbrede pad zag er goed uit.
  • Gisteren verbreedde de tuinman het pad. 

Slide 10 - Slide

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (bederven) vlees

Slide 11 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Verwoesten: de ........ stad

Slide 12 - Open question



De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 13 - Open question



De soep is gekruid.
De _____ soep.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 14 - Open question



De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 15 - Open question



De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 16 - Open question



De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 17 - Open question



Het winkelcentrum is verbouwd.
Het _____ winkelcentrum.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 18 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (stranden) schip

Slide 19 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Schrikken: een ........ voorbijganger
Schrikken: de ........ mensen

Slide 20 - Open question

Noteer het bijvoeglijk naamwoord.
vragen: een ... meisje

Slide 21 - Open question

Noteer het bijvoeglijk naamwoord.
gillen: de ... keukenmeid

Slide 22 - Open question

Noteer het bijvoeglijk naamwoord.
spieken: het ... kindje

Slide 23 - Open question