Alle opdrachten van 7.1 en 7.2 gemaakt (behalve.... en ..... )
Uitleg leerstof 7.3 (signaalwoorden)
Aan de slag met opdrachten
Maken zelftoetsen op Op Niveau Online
Let op: maandag 19 mei 1-toets H7
Doel van de les:
Je kent de tekstverbanden voor 'opsomming' en 'tegenstelling' en je (her)kent de bijbehorende signaalwoorden
Slide 2 - Slide
Zinsverbanden
Maak aantekeningen!
Slide 3 - Slide
In een tekst houden zinnen en alinea's verband met elkaar. Als dat niet zo zou zijn, zou de tekst uit allemaal losse zinnen bestaan, die geen samenhang hebben met elkaar.
Slide 4 - Slide
Zinsverband 1: opsomming
Ik houd van pasta en van pizza.
Ook lust ik heel graag spruitjes.
Daarnaast vind ik poffertjes erg lekker.
Slide 5 - Slide
Zinsverband 1: opsomming
Ik houd van pasta en van pizza.
Ook lust ik heel graag spruitjes.
Daarnaast vind ik poffertjes erg lekker.
Eén of meerdere dingen worden opgesomd. Je herkent een opsomming aan de signaalwoorden: ook, en, daarnaast, ten eerste, ten tweede, ten slotte, bovendien, tevens, maar ook, etc.
Slide 6 - Slide
Zinsverband 2: tegenstelling
Ik wil een nieuwe game kopen, maar ik heb geen geld. Mijn vrienden gamen nu samen online, terwijl ik mij verveel. Aan de ene kant ben ik blij dat ik nu door kan sparen voor een nieuwe Playstation, aan de andere kant had ik ook graag mee willen doen.
Slide 7 - Slide
Zinsverband 2: tegenstelling
Ik wil een nieuwe game kopen, maar ik heb geen geld. Mijn vrienden gamen nu samen online, terwijl ik mij verveel. Aan de ene kant ben ik blij dat ik nu door kan sparen voor een nieuwe Playstation, aan de andere kant had ik ook graag mee willen doen.
Na een uitspraak zeg je het tegenovergestelde. Signaalwoorden voor een tegenstelling zijn: echter, maar, terwijl, aan de ene kant, aan de andere kant, toch
Slide 8 - Slide
Maken: opdr 18, blz 23
Slide 9 - Slide
7.3
Laatste kans!
Zorg dat alle opdrachten van 7.1 en 7.2 gemaakt zijn. Kijk ze daarna na met het antwoordenblad dat je kunt vinden op Google Classroom.
Klaar? Maak dan de zelftoetsen van H7.1 en 7.2 op Op Niveau Online
Slide 10 - Slide
Exitvraag:
Bedenk een of meerdere zinnen met een signaalwoord voor een opsomming én een of meerdere zinnen met een signaalwoord voor een tegenstelling. Schrijf deze op je wisbordje