2 - H4 woordenschat quiz

Woordenschat H4
Tegenstellingen
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat H4
Tegenstellingen

Slide 1 - Mind map

Tegenstellingen
Een tegensteling kun je ook herkennen aan de vorm:
- Basiswoord + voorvoegsel: a-, on-, in-, il-, im-, ir (=niet)
technisch <-> atechnisch, acceptabel <-> onacceptabel, actief <-> inactief

Slide 2 - Slide

Tegenstellingen
Je kunt ook achter de tegenstelling (en dus de betekenis) komen door het voorvoegsel te vervangen:
intern <-> extern, oplopen <-> aflopen, autochtoon <-> allochtoon

Slide 3 - Slide

Woordenschat H4 NN 1 vwo
De quiz bevat woorden en uitdrukkingen
Succes!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Geef de tegenstelling van:
gedragen

Slide 6 - Open question

Geef de tegenstelling van:
autochtoon

Slide 7 - Open question

Geef een tegenstelling van
aanbod

Slide 8 - Open question

Geef een tegenstelling van
zich gedragen

Slide 9 - Open question

Welke uitdrukking past het best bij de omschrijving:
kort gezegd
A
over de schreef gaan
B
in een notendop

Slide 10 - Quiz

Welke uitdrukking past het best bij:
onaanvaardbaar zijn
A
tegen de lamp lopen
B
niet door de beugel kunnen

Slide 11 - Quiz

Welke uitdrukking past het best bij:
actie of drukte in een saaie omgeving brengen
A
zolang er leven is, is er hoop
B
met een schone lei beginnen
C
diep door het stof gaan
D
leven in de brouwerij brengen

Slide 12 - Quiz

Welke uitleg past het best bij:
een leven hebben als een luis op een zeer hoofd
A
een nieuw begin maken
B
iets ernstig of een groot probleem vinden
C
een gemakkelijk en comfortabel leven hebben
D
veel misdaden hebben begaan

Slide 13 - Quiz

Wat betekent deze uitdrukking: 'Er zit kop noch staart aan'?
A
moeizaam, maar steeds opnieuw proberend
B
Er zit geen enkele lijn of structuur in
C
zeer duidelijk zijn of blijken
D
het kan alle kanten op gaan

Slide 14 - Quiz

Volgende vragen:
vul het juiste woord in op de stippellijn.

Slide 15 - Slide

Bij oude mensen ........ vaak herinneringen aan recente gebeurtenissen
A
verankeren
B
mentale
C
vervagen
D
onopgehelderd

Slide 16 - Quiz

In de ...... geldt vaak het recht van de sterkste
A
onderwereld
B
reclassering
C
penose
D
delinquent

Slide 17 - Quiz

Jarenlang bleef de moord ....., maar nu heeft de verdachte eindelijk bekend.
A
impulsief
B
onopgehelderd
C
ongeoorloofd
D
vervolgd

Slide 18 - Quiz

Als je je verzet tegen het gezag van de ouders, ben je
A
impulsief
B
recalcitrant
C
explosief
D
expressief

Slide 19 - Quiz

averechts-objectief-subjectief-optimistisch-stereotiep
"Wat ik nou toch hoorde" is een ..... begin van een gerucht

Slide 20 - Open question

averechts-objectief-subjectief-optimistisch-stereotiep
Die zalf werkt averechts; je krijgt er alleen maar meer uitslag van.

Slide 21 - Open question

Register waaruit blijkt welke misdrijven iemand heeft gepleegd
A
reclassering
B
hechtenis
C
getuigschrift
D
strafblad

Slide 22 - Quiz

Instantie die je helpt om na het uitzitten van een gevangenisstraf terug te keren in de maatschappij
A
reclassering
B
regressie
C
reïntegratie
D
recalcitrant

Slide 23 - Quiz

Nog vragen?

Slide 24 - Slide