Réviser: le passé composé / les régions françaises
1 / 12
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe maak je een passé composé?
Slide 2 - Mind map
Wanneer wordt de passé composé gebruikt?
Slide 3 - Mind map
Welke zin is correct?
A
J'ai aimée mon copain
B
Je suis aimée par mon compain
C
Je suis allée au Canada
D
Ma soeur est passée ma chambre
Slide 4 - Quiz
Hoe vervoeg je de volgende zin:
vous (être + aller) aux Pays-Bas?
vous (être + aller) aux Pays-Bas?
Slide 5 - Open question
Waar kun je de régions françaises mee vergelijken?
A
Rijkswaterstaat
B
de provincies
C
de gemeenten
D
het Europees Parlement
Slide 6 - Quiz
Welke hoofdstad hoort er bij deze regio: Corse?
A
Strasbourgh
B
Paris
C
Ajaccio
D
Rennes
Slide 7 - Quiz
Welke hoofdstad hoort er bij deze regio: Nouvelle-Aquitaine?
A
Rouen
B
Rennes
C
Lyon
D
Bordeaux
Slide 8 - Quiz
Welke regio hoort er bij deze hoofdstad: Marseille?
A
Hauts-de-France
B
Occitaine
C
Province-Alpes-Côte d'Azur
D
île-de-France
Slide 9 - Quiz
Welke hoofdsteden kan je nu nog benoemen? (max 3)
Slide 10 - Mind map
Welke regio's ken je nog? (min 2)
